Protestants vreemdelingschap vraagt om kritische reflectie eigen cultuur
Protestants vreemdelingschap vraagt om een kritische reflectie op de eigen traditie, stelt Anneke Pons.
Binnen de gereformeerde gezindte bestaat een afkeer van de moderne cultuur die vooral via de moderne media zou binnenkomen. Moderniteit wordt geassocieerd met hedonisme en secularisering en dus met ”van God los” zijn. Om aan de invloed van de moderniteit te ontkomen, wordt er vanaf de kansel en in kerkelijk bladen gewaarschuwd en geadviseerd om media zoals televisie en open internet uit het gezin te weren.
Deze keuze wordt verdedigd op basis van de aan de Bijbel ontleende opdracht om als christen vreemdeling te zijn op aarde en te zoeken naar de dingen die boven zijn (Kolossensen 3: 2). De seculiere normen en het materialisme van de moderne cultuur staan haaks op dit vreemdelingschap. Bestaand materialisme binnen de eigen gezindte (zoals reformatorische muziekidolen, het belang van een perfecte huisinrichting en eigen mode) wordt dan ook geweten aan een te grote verbondenheid met de moderne cultuur. De moderne media moeten daarom als grote verleider zo ver mogelijk buiten de deur gehouden worden.
Het wordt echter tijd dat de gereformeerde gezindte de hand in eigen boezem steekt en de wortel van haar materialisme zoekt in eigen conservatisme en traditionalisme. De gezindte veroordeelt weliswaar de moderne cultuur vanwege materialisme, maar hecht zelf veel waarde aan traditionele uiterlijkheden.
Dit blijkt uit kerkscheuringen die vroeger zijn ontstaan vanwege bijvoorbeeld een verschil van mening over het ambtsgewaad. Maar ook aan hedendaagse materiële graadmeters van de gezindte, zoals het zingen op hele noten, het gebruik van tale Kanaäns en de kleur van de stropdas van ambtsdragers wordt veel waarde gehecht. Iemand die de taal van de Statenvertaling spreekt en klassiek gekleed gaat, voldoet aan de norm en wordt als veel authentieker gewaardeerd dan iemand die dat niet doet.
Waarschuwingen tegen dit conservatieve materialisme worden echter nauwelijks gehoord, terwijl het aannemelijk is dat het materialisme in de gereformeerde gezindte het meest door dit eigen conservatisme wordt gevoed.
Door modernisme af te wijzen en conservatisme toe te staan, wordt vreemdelingschap op een inconsequente manier ingevuld. Dit is moeilijk uit te leggen en brengt het protestantse vreemdelingschap ernstig in gevaar.
Omdat het materiële (net als bij de moderne mens) zo centraal staat in het eigen traditionalisme, wordt het lastig om een zoutend zout te zijn in deze wereld en om op die manier de relevantie van het eigen gedachtegoed aan de moderne cultuur te tonen. Het vergemakkelijkt bovendien voor jongeren de stap naar de wereld.
Dit conservatisme bedreigt ook het protestantse gehalte van de gereformeerde gezindte. De hervormers hebben ooit gehamerd op het belang van individuele gewetensvorming om een rituele godsdienst te voorkomen. Het institueren van een vaste culturele traditie vormt echter een ernstige bedreiging voor die gewetensvorming, omdat de instandhouding van zo’n traditie slechts gebaat is bij blinde gehoorzaamheid van haar aanhangers.
De gereformeerde gezindte moet dus oppassen dat ze haar protestantse wortels niet verloochent en vervalt in een rooms conservatisme en traditionalisme.
Een kritische bezinning op de uitwerking van vreemdelingschap in relatie tot conservatisme en traditionalisme is nodig om in de huidige tijd het gedachtegoed van de gereformeerde gezindte vorm te geven en aan volgende generaties over te dragen. Deze bezinning is zeer urgent, aangezien kerk en ouders de verbinding met de jongerencultuur vrijwel hebben verloren.
Drie uitdagingen zullen moeten worden aangegaan. Ten eerste moet er worden afgerekend met de dubbele moraal van vreemdelingschap. Dit staat in nauw verband met de tweede uitdaging: het ontwikkelen van een vorm van vreemdelingschap die zowel moderne als traditionele cultuur kritisch benadert.
Deze cultuurkritische vorm van vreemdelingschap helpt om de derde uitdaging aan te gaan, die het relevant maken van dit vreemdelingschap voor jongeren en buitenstaanders behelst. In de huidige diverse cultuur wordt het immers steeds belangrijker om de eigen religieuze identiteit te verantwoorden en heeft men niets aan een appel om de dingen te doen zoals men gewoon is om ze te doen.
Integendeel, deze cultuur vraagt om een heldere, eenduidige en doorleefde verwoording van de redenen waarom men zich met gedachtegoed van de gereformeerde gezindte identificeert.
De auteur volgt de researchmaster ”Sociology of Culture, Media and the Arts” aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en is betrokken bij een onderzoeksgroep over religie en media van de faculteit der godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam.