Het Kosovo-Bevrijdingsleger (UÇK), met in de gelederen commandant Haradinaj, vocht uit naam van de etnisch Albanese bevolking voor een onafhankelijk Kosovo, los van Servië. In de strijd tussen UÇK enerzijds en de Servische politie en het Joegoslavische leger anderzijds, begingen beide partijen misdrijven.

Het is de tweede keer dat Haradinaj voor dezelfde feiten is berecht, wat uitzonderlijk is in de rechtspraak. Hij was in 2008 al een keer vrijgesproken. De voorzittend rechter, Alphons Orie, benadrukte toen tijdens de uitspraak dat er „grote moeilijkheden” waren om tijdens het proces getuigen naar Den Haag te krijgen.

De aanklagers wilden hun zaak mede bouwen op etnische Albanezen die bereid waren te getuigen. Velen van hen lieten het echter afweten, omdat ze werden geïntimideerd door getrouwen van Haradinaj.

De Kamer van Beroep van het tribunaal liet het er in 2010 niet bij zitten dat Haradinaj mogelijk alleen maar vrijuit ging omdat getuigen te bang waren om naar Den Haag te komen. De beroepsrechters vonden met name dat de aanklagers te weinig tijd hadden gekregen om twee cruciale getuigen alsnog naar Den Haag te krijgen. Daarom beval de Kamer van Beroep dat het proces gedeeltelijk over moest.

De twee cruciale getuigen zijn inmiddels achter gesloten deuren gehoord, maar volgens ingewijden heeft dat weinig opgeleverd. Waarnemers houden er daarom ernstig rekening mee dat Haradinaj donderdag opnieuw wordt vrijgesproken.

De reputatie van het tribunaal in Servië, waar al veel mensen denken dat het VN-hof anti-Servisch is, zou er niet beter van worden. Het zou de tweede keer zijn binnen korte tijd dat een verdachte die Servische slachtoffers heeft gemaakt, wordt vrijgesproken. Op 16 november ging de Kroatische hoofdverdachte Gotovina vrijuit.