Beste inspecteur
Het gesprek dat ik op 31 oktober met u had, ligt me nog vers in het geheugen. U onderwierp mij aan een spervuur van vragen, in verband met de verrassend hoge score. U vroeg of ik de rode kinderen had laten samenwerken met de blauwe kinderen. U vroeg of we de toetsen van tevoren hadden getraind. Ook vroeg u nota bene of ik de kinderen visolie had gegeven. Intussen gingen de toetsen van uw rekenmachine gebukt onder het geweld van uw opbrengstgerichte vingertjes.
Graag wil ik u mijn excuses aanbieden voor het feit dat het leerrendement van mijn kinderen hoger uitviel dan ik verwachtte. Ik had gekozen voor een gemiddelde leerrendementsverwachting van 92,49 procent. Ik kan me nog herinneren dat ik een week heb zitten twijfelen tussen 92,49 of 92,5. En nu bleek het leerresultaat tot mijn grote verbazing 95 procent te zijn. Zoals u zult begrijpen zijn we met de hele club om de tafel gegaan om inzicht te krijgen in de reden waarom de kinderen zo veel geleerd hebben. Zelf heb ik daar wel ideeën over.
De kinderen waren in elk geval blij dat we eindelijk weer eens naar gym gingen. Grapje. Natuurlijk hebben we samen gevierd dat u weer vier jaar wegblijft, maar we hebben stilletjes afgesproken dat we ook weer een beetje geschiedenis en zo gaan geven. De reden hiervan vindt u verderop in deze brief.
Toch moet ik u nog iets opbiechten, hoewel ik niet weet of het nieuw licht op de zaak werpt. De kinderen mochten op de dag van de toets allemaal hun liefste huisdier meenemen. Er waren cavia’s, marmotten, vier woestijnratjes, meer dan tien konijnen en een hond. Ook waren er twee schildpadden, een handjevol hamsters en –serieus– een das. Verder moet ik misschien eerlijk melden dat ik tijdens het maken van de toets zes keer achter elkaar het klarinetconcert van Mozart (KV 622) heb gedraaid. En laat ik dan ook gelijk maar vertellen dat ik op het digibord gedurende de gehele toets op de website van ’t Friethoekje rondgedwaald heb, uiteraard zonder tegen de kinderen te zeggen wat ik daar precies mee bedoelde.
Maar nu even wat anders. U bent op 31 oktober bij ons in de klas geweest. Ik herinner me feilloos de dikke rimpels in uw voorhoofd. Ik zie uw toegeknepen oogjes nog op mijn netvlies. Toen gebeurde het. Een van mijn leerlingen zei dat Maarten Luther een pakje over de muur had gegooid. Op dat moment zat u te geeuwen. Te geeuwen! Toen dacht ik: Inspecteurtje, als je nu niet heel snel je mond dichthoudt over die getalletjes en procentjes, bedenk ik 95 stellingen tegen opbrengstgericht werken, en maak er een mooi pakje van. Dat pakje gooi ik bij u over die enorme muur van maakbaarheid in de hoop dat u er iets van leert. Het wordt tijd dat u de zaak een beetje gaat hervormen. We verwachten er héél veel van!
Vr. gr.
K. Intgerigt