Revolutie in energieproductie begint lokaal
Er is een revolutie gaande in de energieproductie, stelt prof. dr. Frans Stokman. Er ontstaan steeds meer lokale burgerinitiatieven om stroom te produceren. Het resultaat is meer duurzame energie en meer sociale binding.
De energiesector staat voor een vergelijkbare revolutie als de ict in de jaren negentig, toen de eerste primitieve pc’s verschenen. Na vijftien jaar had iedereen zijn eigen computer op het bureau. Zoiets staat ook in de energiesector te gebeuren: mensen gaan zelf lokaal energie opwekken en delen. Dat is een noodzaak om onze energievoorziening duurzaam te maken, maar het zorgt ook voor een sociale revolutie die lokale cohesie versterkt.
In de huidige situatie bepalen de grote energieproducenten waarin ze investeren. Klanten hebben geen enkele invloed. Het voordeel van een lokaal burgerinitiatief is dat consumenten tegelijkertijd coproducenten worden. In mijn straat hebben we een vereniging van eigenaren opgericht om gezamenlijk energie te produceren. Eerst zijn er warmtepompen geplaatst (dat scheelt aardgas), maar er is meer elektriciteit nodig. De volgende stap was om zonnepanelen te plaatsen. En nu willen we graag onderling energie kunnen uitwisselen in de straat. Dat kan met een ”smart grid”, een slim stroomnetwerk waarmee KEMA in onze regio al experimenteert.
Op een grotere schaal wil Grunneger Power de stad Groningen en naaste omgeving van groene energie voorzien door lokale productie en lokale opslag. Grunneger Power levert zonnepanelen met korting en adviseert over het gebruik van duurzame energie. Daarnaast verkopen we via een Duits bedrijf duurzame stroom en gas. Verder zetten we onze kennis in om andere burgerinitiatieven te ondersteunen.
Ons voorbeeld zijn de Duitse Stadtwerke. Zo’n 700 lokale initiatieven produceren energie voor 80 miljoen mensen. Die Stadtwerke zijn het initiatief van de lokale gemeente, met sterke inbreng van de bevolking. Hier in Nederland gaat het meestal om burgerinitiatieven. De essentie is in beide gevallen dat consumenten lokaal besluiten hoe de energieproductie moet worden ingericht.
Lokale energieproductie vergroot de onderlinge betrokkenheid en afhankelijkheid. Je moet hiervoor netjes met elkaar omgaan en de lokale belangen voor het eigenbelang laten gaan. In kleine dorpen kan dat spanningen en uitsluiting opleveren, maar wanneer zo’n initiatief bijvoorbeeld de hele stad Groningen omvat, is dat probleem er nauwelijks.
De sociale component is belangrijk. Mensen krijgen in eigen hand hoe het systeem moet groeien. Je ziet ook dat mensen gezamenlijk zonnepanelen gaan inkopen, waardoor ze meer onderling contact hebben. Daarnaast dwingen dit soort initiatieven de grote energieproducenten om te veranderen.
Het heeft zo’n vijftien jaar geduurd voordat de ict-revolutie was voltooid. Ik verwacht dat de energierevolutie ook in vijftien jaar voltooid kan zijn, met als resultaat dat lokale energieproductie de norm is. En hoe groter de betrokkenheid van mensen via burgerinitiatieven, hoe sneller het zal gaan.
De auteur is hoogleraar sociologie in Groningen en bestuurslid van Grunneger Power, een coöperatieve vereniging die Groningen van groene energie wil voorzien.