Vakantietest: dagje kennismaken met Gambia
Bezoek Gambia één dag en laat je verrassen door wat het land te bieden heeft. Het klinkt bizar en dat is het ook. Toch vloog een groep Nederlanders onlangs in een etmaal op en neer naar de West-Afrikaanse republiek. Hoofdmoot was een bezoek aan nationaal park Makasutu. „Kijk, een baviaan!”
Het kost Modo, chauffeur van Discovery Tours, de nodige moeite om de motor van zijn truck aan de praat te krijgen. De Nederlanders die in de halfopen laadbak zitten, kijken lachend toe. „Heb je wel een rijbewijs?” roept een vrolijke man de Gambiaan toe. Een ander reageert: „Dat heb je hier toch niet nodig?”
Honderd geïnteresseerde consumenten en tientallen relaties van Corendon Vliegvakanties zijn deze woensdagochtend om zeven uur lokale tijd –twee uur vroeger dan in Nederland– in Afrika geland, na een nachtelijke vlucht van ruim zes uur vanaf Schiphol. Op de luchthaven van Banjul, hoofdstad van Gambia, wacht hun een warme ontvangst door inwoners die hen met tromgeroffel en traditionele dansen onthalen.
Het ”welkom” dat bij aankomst klinkt, zal later op diverse plaatsen minstens tien keer worden herhaald. Gambia staat klaar om de Nederlandse toerist te ontvangen en laat dat duidelijk merken tijdens deze bijzondere –gratis– dagexcursie van Corendon. Vanaf oktober vliegt de maatschappij wekelijks op haar nieuwe bestemming Banjul.
Na een ontbijt in Serrekunda is het tijd om het land –qua omvang iets meer dan de oppervlakte van Gelderland en Noord-Brabant bij elkaar– te verkennen. De groep verspreidt zich over diverse trucks. Als Modo de motor aan de praat heeft gekregen, vertrekt het voertuig luid ronkend voor een rit van drie kwartier richting Brikama.
Tussen grote reclameborden voor hotels en internetproviders springt langs de weg de tekst ”Happy birthday mr. President” in het oog. De ontwikkeling van de voormalige Britse kolonie wordt voor een belangrijk deel aan Yahya Jammeh toegeschreven. Hij heeft daaraan, sinds hij in 1994 aan de macht kwam, aanzienlijk meer bijgedragen dan zijn voorganger, president Jawara, in dertig jaar. Overigens werd onder zijn bewind eind augustus ook voor het eerst in 27 jaar de doodstraf weer uitgevoerd in Gambia.
Langs de hoofdweg richting Brikama wordt volop gebouwd, onder meer door Libanezen die hier een tweede huis neerzetten. Stoplichten en elektrische straatverlichting zijn in dit land met 1,6 miljoen inwoners verschijnselen van de laatste paar jaar, weten Nederlanders die geregelde bezoekers van Gambia zijn.
De truck passeert diverse katoenplantages. Her en der langs de weg prijzen Gambianen in stalletjes of zomaar onder een parasol hun koopwaar aan, variërend van bananen tot autobanden. Vrouwen in vrolijk gekleurde gewaden slenteren langs de straat, met een kind op de rug, een mand op het hoofd en een tas in de hand. Ook geiten, ezels en kippen laten zich hier geregeld zien.
Bij het dorp Kembujeh, ter hoogte van de Open Door Presbyterian Church, draait Modo de zuidelijke autoweg af. Hortend en stotend vervolgt hij over een onverhard pad met kuilen het traject naar de ingang van het nationaal park Makasutu. De inzittenden duiken regelmatig weg om takken die de wagen binnendringen te ontwijken. Terwijl de auto door een flinke kuil stuitert, wijst de reisleider op bomen met cashewnoten.
In Makasutu neemt gids Omar de groep op sleeptouw in een deel van het 1000 hectare grote gebied. Bukkend onder lage struiken banen de wandelaars zich een weg door het park. Omar wijst op kiwi’s en andere vruchten. „Hoe weet je welke je kunt eten? Kijk naar de apen. Als zij het doen, kunnen wij ze ook rustig nemen.”
Op de route ligt het eenvoudige onderkomen van een 90-jarige Gambiaan, die met een witte doek over zijn hoofd steunt op een wandelstok. Hij doet dienst als medicijnmeester voor bewoners uit de omgeving en biedt ook zijn diensten als waarzegger aan. Sommige toeristen deinzen er niet voor terug hun portemonnee te trekken om de bejaarde hun hand te laten lezen, terwijl anderen nadrukkelijk verklaren er niet in te geloven.
Verderop liggen kano’s te wachten om toeristen vanaf een zijtak van de rivier de Gambia een blik op de mangrovebossen te laten werpen. Een Gambiaan draait zijn hand er niet voor om om in z’n eentje peddelend veertien man mee te nemen. Als er onder de passagiers bezorgde kreten klinken wanneer het platte vaartuig iets te ver naar één kant overhelt, roept hij keer op keer: „Don’t worry.”
De vriendelijke Gambiaan bevestigt dat er krokodillen in het gebied te vinden zijn, maar voegt er geruststellend aan toe dat ze zich zelden laten zien. Ook de apen die het park herbergt, lijken zich vandaag schuil te houden. Op de looproute terug naar de entree klinkt echter ineens geritsel in de hoge bomen en verschijnen twee bavianen in beeld. Het blijkt slechts een voorproefje. Even later rent een grote apenfamilie vrolijk over een bospad.
Als in het restaurant van Makasutu rijst met kip en couscoussalade op tafel staat, kijken de dieren, vanuit het struikgewas toe. Uiteindelijk deinst een aap er niet voor terug om een bord op een lege tafel af te likken. Als het schoon is, keert hij het fotograferende publiek demonstratief zijn brede rug toe.
Een man in een blauw gewaad speelt intussen onverstoorbaar op zijn kora, een instrument met 21 snaren dat vanaf de dertiende, veertiende eeuw in Gambia wordt gebruikt. Even later wordt hij overstemd door een groep djembéspelers die vanaf een heuvel de aandacht trekt met zijn trommels. Verderop slingert een man behendig aan een touw langs een palmboom om er sap uit te halen.
De tijd begint te dringen. „Dit is Afrika. Als je haast hebt moet je hier niet komen”, zei een van de reisorganisatoren vanochtend nog. Aangezien het tijdstip van de terugvlucht vastligt, snelt de groep uiteindelijk toch nog in een on-Afrikaans tempo langs enkele andere bezienswaardigheden die deze dag binnen handbereik zijn.
Een weeshuis in Sinchu Alhaghie laat zien hoe Sia Jongeneel en haar man, gesteund door een stichting in Luxemburg, met hulp van Afrikanen 22 kinderen opvangen in vrolijk beschilderde gebouwen. In de binnentuin met plastic speelgoed zijn de jongens en meisje druk met bellenblazen.
Dit huis van een bevlogen echtpaar vormt een schril contrast met de povere wereld buiten de –gesloten– poort. De Corendon Foundation brengt het project graag onder de aandacht van het Nederlandse publiek. Zij wil het land niet alleen als toeristisch gebied bezien, maar het ook –duurzame– steun bieden.
Voor de markt in Serrekunda resten slechts tien minuten. Verkopers doen er hard hun best de dagomzet te verhogen door houten aapjes en krokodillen, kleding en sieraden onder de aandacht te brengen. Rare Hollanders, die zich in ijltempo over het pleintje haasten, zullen ze denken.
Halftien ’s avonds. Toch nog een halfuur later dan gepland, stijgt in Banjul de Boeing 737-800 van Corendon Dutch Airlines in het donker op richting Amsterdam. Tientallen Nederlanders zakken na één dagje Afrikaanse cultuur snuiven vermoeid in hun stoel en doen de ogen dicht. Gambia, tot ziens?
Toerisme Gambia
Gambia ligt in West-Afrika, aan de Atlantische Oceaan, en wordt aan drie zijden omringd door Senegal. Het overwegend islamitische land –zo’n 10 procent van de bevolking is christen– telt 1,6 miljoen inwoners en 26 stammen. De periode oktober tot en met april vormt er het toeristische hoogseizoen, met gemiddeld minimaal zeven zonuren per dag. De temperatuur schommelt in die periode tussen de 18 en de 32 graden. Diverse christelijke reisorganisaties hebben het kleinste land op het Afrikaanse continent al jaren in hun reisgidsen staan. Corendon, een algemene aanbieder van vliegvakanties, start komende maand met trips naar deze bestemming. Ter promotie daarvan vloog een volle Boeing 737-800 van Corendon Dutch Airlines voor een „vakantietestvlucht” in (ruim) een etmaal op en neer naar Banjul.
Genieten van Afrikaanse dans
Even op en neer naar Gambia zonder een cent te betalen. Zo’n 100.000 Nederlanders reageerden op deze aanbieding van Corendon Vliegvakanties. Honderd consumenten mochten instappen, onder wie het echtpaar Nico (64) en Ria (63) Broersen uit het Noord-Hollandse Ursem.
Vanwaar uw belangstelling?
Nico: „Afrika sprak ons aan en deze trip was natuurlijk gratis. In het voorjaar zijn we naar Ethiopië geweest, niet alleen om het land te zien, maar ook om een project te bezoeken dat iemand uit Ursem daar heeft opgezet. Dat was onze eerste Afrika-ervaring.”
Wat verwachtte u van Gambia?
Nico: „Ethiopië is ongeveer het armste land van Afrika. Ik verwachtte in Gambia minder armoede en wat meer luxe te zien, ook omdat het vroeger een Britse kolonie was. Het land bleek armoediger dan ik had gedacht. We hebben zelf geen bedelaars gezien, maar anderen uit onze groep wel.”
Hoogtepunt van de dag?
Ria: „Het bezoek aan nationaal park Makasutu. Toen we onder de bomen zaten te eten, zagen we een hele groep apen rondrennen. Een uniek moment. En lenige, jonge mensen voerden er prachtige Afrikaanse dansen op.”
Nog eens terug naar Gambia?
Ria: „Nee, het stuit me toch een beetje tegen de borst om op vakantie te gaan naar een land waar armoede heerst. We zijn nu in Ethiopië en Gambia geweest. Voorlopig vind ik het genoeg.”
Van vakantie tot sponsorproject
Een vakantie bracht Elly Troost (46) uit Rijssen voor het eerst in Gambia. Intussen heeft ze het land acht keer bezocht en is ze een van de drijvende krachten achter een sponsorprogramma voor kinderen.
Vanwaar uw belangstelling voor Gambia?
„Ik ga af en toe een week met mijn zus Annelies op vakantie, bijvoorbeeld naar Egypte of Sierra Leone. Ruim zes jaar geleden bezochten we Gambia voor het eerst. Het land beviel ons. Het jaar daarop gingen we weer. Contacten met de bevolking leidden ertoe dat we twee jaar geleden kinderen zijn gaan sponsoren voor de ”nursery school”, te vergelijken met de kleuterschool, die niet door de overheid wordt gesubsidieerd. Dat breidde zich uit. Inmiddels worden er via ons project zo’n 200 kinderen op vier scholen in en rond Serrekunda gesponsord. In november reis ik er weer heen. Mijn man brengt er een maand later met een paar vrienden twee busjes, speeltoestellen en schoolspullen naartoe. Een rit van 7200 kilometer, een mooie uitdaging voor ze.”
Toeristisch hoogtepunt?
„Gambia is niet groot. In een week heb je het wel gezien. Bijzonder vind ik de vismarkt in Tanji. Het is een prachtig gezicht als ’s ochtends vroeg de vissersboten binnenkomen. Heel levendig. Ik ga ook graag naar lokale markten. Het contact met de bevolking spreekt me aan. Via via bezochten we ’s nachts een bakker die in een oud bakhuis deeg zat te kneden, waar z’n zweetdruppels in vielen. Daar houd ik van. Ik ben een echt Afrikatype.”
Hebt u contact met christenen in het land?
„Onze contactpersoon daar, afkomstig uit Sierra Leone, is christen. We gaan er ook naar een kerk. Zelf zijn we lid van de gereformeerde gemeente in Rijssen. Dat is een wereld van verschil. Het gaat er in Gambia vrolijk aan toe, maar toch eerbiedig. En de mensen zijn vol vertrouwen.”
www.samennaarafrika.reismee.nl
Vliegbestemming extra in de schijnwerper
Met Gambia voegt Corendon een nieuwe bestemming toe aan de lijndiensten van de vliegtuigmaatschappij en het reisaanbod van de gelijknamige touroperator. Het leidde tot een opvallende actie: de vakantietestvlucht. De vernieuwende aanpak krijgt een vervolg, te beginnen met Eilat.
Donderdagochtend 13 september, vijf uur. Een Boeing 737-800 van Corendon Dutch Airlines –173 man aan boord, inclusief crew– nadert Schiphol. De vakantietestvlucht Gambia loopt ten einde. Vanuit zijn vliegtuigstoel licht directeur Atilay Uslu het concept toe.
Hoe is het idee van de gratis vakantietestvlucht ontstaan?
„Wie een auto koopt, maakt eerst een testrit. Zo wilden wij potentiële klanten de mogelijkheid bieden onze nieuwe vakantiebestemming, Gambia, te testen. Het land ervaren is toch iets anders dan op afstand een filmpje bekijken.”
Wat is uw verwachting van deze nieuwe bestemming?
„We streven naar 15.000 passagiers per jaar, in de periode oktober tot half mei. Gambia is vooral bekend vanwege zijn stranden. Wij laten zien dat het eveneens geschikt is voor doeners, die graag iets van het land willen zien. Je kunt van daaruit ook makkelijk een uitstapje maken naar Senegal.”
De volgende vakantiest is inmiddels in voorbereiding.
„We gaan dit inderdaad vaker doen. De volgende testvlucht gaat, op 10 oktober, naar Eilat, Israël. We merken nogal eens dat mensen zich afvragen: Is het daar veilig? Tijdens de vakantietest bieden we een groep geïnteresseerden de mogelijkheid dat zelf te ervaren. Daarmee zetten we deze bestemming meteen extra in de schijnwerpers.”
In hoeverre passen deze korte vliegreizen bij het thema duurzaamheid waarvoor u aandacht vraagt?
Hij lacht. „Zo’n vlucht is niet duurzaam, nee. Vliegen is sowieso een van de meest vervuilende bezigheden. Daarvan maken we onze klanten bewust. Vanuit milieu-oogpunt is het van belang dat de bezettingsgraad van de vliegtuigen zo hoog mogelijk is. Dat is ook een doel dat we met deze acties nastreven.
Door middel van de Corendon Foundation dragen we bovendien een steentje bij aan de compensatie van de CO2-uitstoot, bijvoorbeeld door de aanleg van een bos in Turkije, een van onze bestemmingen. In Gambia gaat de foundation op een duurzame manier –niet eenmalig– scholen en weeshuizen steunen.”