Het eiland Seeland met de Deense hoofdstad Kopenhagen en het belendende Zuid-Zweden met de stad Malmö zaten aan het begin van de middag plotseling zonder elektriciteit. Ook op het bij toeristen populaire eiland Bornholm in de Oostzee en enkele zuidelijke eilanden gingen de lichten uit.

De storing werd veroorzaakt door een schakelfout in de kerncentrale Oskarshamn aan de Zweedse Oostzeekust. De centrale is verantwoordelijk voor circa 10 procent van de Zweedse stroomproductie. De problemen zorgden voor een kettingreactie in andere krachtcentrales.

In veel steden, waaronder Kopenhagen, zorgde de stroomuitval voor chaotische taferelen. Veel mensen besloten naar huis te gaan, terwijl het openbaar vervoer niet reed en de stoplichten niet werkten. Ernstige problemen leverde dat echter niet op.

De storing legde onder meer de luchthaven Kopenhagen-Kastrup, de metro van Kopenhagen en de spoorwegen stil. De 15,8 kilometer lange Öresundbrug tussen Denemarken en Zweden werd voor alle verkeer gesloten.

De stroombedrijven in Zweden bleken veel beter met de calamiteiten om te kunnen gaan dan hun Deense collega’s. Terwijl de stroomvoorziening in het zuiden van Zweden na twee uur al weer was hersteld, had op dat moment nog maar 20 procent van de getroffen Deense huishoudens opnieuw stroom. Hier duurde het ruim zeven uur voordat iedereen weer de beschikking had over elektriciteit.