Economie

Besluit over Griekenland is slepende kwestie

APELDOORN – Het is inmiddels een slepende kwestie. Al wekenlang wordt gewacht op een beslissing over verdere steun aan Griekenland en steeds blijft die uit. Maandag volgt weer een poging om een besluit te nemen.

Drs. A. A. C. de Rooij
24 November 2012 09:01Gewijzigd op 15 November 2020 00:26
De Duitse bondskanselier Merkel. Foto EPA
De Duitse bondskanselier Merkel. Foto EPA

Dan reizen de ministers van Financiën uit de eurozone opnieuw naar Brussel af om over dit dossier de degens te kruisen. Dinsdag gingen zij na urenlang beraad uiteen zonder dat het was gelukt knopen door te hakken. Aanvankelijk zou dat reeds in september of oktober gebeuren, maar telkens vergden de voorbereidingen meer tijd.

Over de precieze stand van zaken klonken deze week verschillende geluiden. De Luxemburger Juncker, die de vergadering met zijn collega’s voorzit, vertelde dat een akkoord nabij is en dat alleen nog technisch ingewikkelde berekeningen gemaakt moesten worden. Andere bronnen toonden zich echter minder optimistisch over een snelle afronding.

Griekenland heeft tot dusver in totaal 240 miljard euro aan kredieten toegezegd gekregen: 110 miljard in mei 2010 van de eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en 130 miljard in februari 2012 uit het noodfonds EFSF. Het ontvangt die beloofde bedragen in delen, zogenoemde tranches. Elke keer onderzoeken de geldschieters eerst of het programma voor het saneren van de economie en de overheidshuishouding op koers ligt. Zij houden op die manier de druk op de ketel.

In de voorbije maanden vonden er in dat kader voortdurend onderhandelingen plaats tussen de trojka, met daarin vertegenwoordigers van de Europese Commissie, het IMF en de Europese Centrale Bank (ECB), en de regering in Athene. Uiteindelijk bereikten zij overeenstemming over een extra bezuinigingsronde van 13,5 miljard euro. Dat was nodig in verband met achterstanden bij de uitvoering van afgesproken maatregelen en de forsere krimp van de economie dan eerder voorzien. Het Griekse parlement keurde het aanvullend pakket met een krappe meerderheid goed. Wij hebben geleverd, nu verwachten wij hetzelfde van Europa, benadrukt premier Samaras. Zijn land heeft dringend verdere hulp nodig, want het balanceert nog steeds op de rand van de financiële afgrond.

Een belangrijk punt in het overleg zijn de vooruitzichten op langere termijn. Uitgangspunt was steeds dat de schuldquote (de overheidsschuld in verhouding tot het bruto binnenlands product), die nu op 170 procent staat, moet dalen tot een niveau van maximaal 120 procent in 2020. Het IMF vindt dat er anders geen sprake meer is van een houdbare situatie en in zo’n geval stelt het niet langer financiële middelen beschikbaar.

De becijferingen in het recente rapport van de trojka komen uit op 144 procent in 2020. De euronaties zijn bereid de verkleining tot 120 met twee jaar vooruit te schuiven, tot 2022. Tegelijk circuleren onder hen diverse varianten om de Griekse positie te verbeteren. Zo wordt gedacht aan verlenging van de looptijd van de staatsleningen en verlaging van de rente daarop. Een andere optie is dat Athene een deel van de uitstaande waardepapieren bij de particuliere sector terugkoopt tegen de huidige marktprijs, die ver onder de nominale waarde ligt. Bondskanselier Merkel heeft geopperd om daarvoor 10 miljard euro uit het noodfonds aan te reiken.

Het IMF hecht zeer aan de limiet van 120 procent in 2020. Om de schuldenberg sneller af te bouwen, dringt het er bij de partners uit de muntunie op aan een deel van hun leningen aan de Grieken kwijt te schelden, een afwaardering van de desbetreffende obligaties dus, zoals dat eerder dit jaar ook gebeurde met de stukken die in handen zijn van banken en andere private partijen. Duitsland en Nederland voelen daar helemaal niets voor.

Tegelijk willen zij vermijden dat het IMF als kredietverstrekker afhaakt, want dat zou waarschijnlijk een schok veroorzaken op de financiële markten. De betrokkenheid van het fonds als instelling die ervaring heeft met landen in financiële moeilijkheden vergroot immers de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van de reddingsoperatie voor de Grieken.

Eén ding lijkt niet ter discussie te staan: over een eventueel vertrek uit de eurozone horen we, anders dan in vorige fasen van de schuldencrisis, niemand. Dus draait het nu om de vraag: hoe betalen we de rekening van het vermijden van zo’n exit? Die zoektocht gaat maandag verder. „We zullen misschien allemaal wat moeten bewegen”, constateerde minister Dijsselbloem deze week na de besprekingen met zijn Europese collega’s.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer