Rechter verfoeit steekproef bij BTW
Een uitspraak van het gerechtshof in Amsterdam kan de fiscus miljoenen aan inkomsten kosten. De rechter vindt dat de fiscus BTW-naheffingen niet zonder meer mag baseren op steekproeven.
Het gaat om een zaak die was aangespannen door accountantskantoor PricewaterhouseCoopers (PwC) naar aanleiding van een controle door de Belastingdienst. De fiscus berekende naheffing aan de hand van de zogenoemde guldensteekproef. Die controlemethode hanteert de belastinginspecteur vaak. De fiscus controleert BTW-bonnen dan over een korte periode en slaat ze om over een langere periode.
Een eenmaal geconstateerde fout kan daardoor leiden tot een veel grotere aanslag zonder dat er door middel van controles ook echt fouten zijn vastgesteld. De naheffing van de fiscus was in het geval van het accountantskantoor bijvoorbeeld ruim 7 miljoen gulden. De rechter bracht die terug tot 250.000 gulden.
De uitspraak betekent volgens BTW-specialist F. Oomen van het accountantskantoor dat de fiscus, als hij BTW wil naheffen, voortaan de individuele transacties stuk voor stuk moet bekijken. PwC raadt bedrijven die een naheffingsaanslag BTW hebben gekregen, aan onmiddellijk bezwaar te maken.
Het ministerie van Financiën zegt de zaak te bestuderen en besluit daarna of het in cassatie gaat.