Violiste schrijft roman over haar leven
HAREN – De Nederlandse violiste Charlotte Bon heeft een deels (auto)biografische roman geschreven: ”Charlotte Bon. De gevoelige snaar”. In het boek vertelt ze hoe haar carrière als violiste zich ontwikkelde en schrijft ze over „haar wonderlijke belevenissen achter de schermen van de fascinerende, gesloten wereld van de klassieke muziek.”
Dat meldt uitgeverij Mooi Media uit Haren. Bon, die het boek samen met Julia van Bohemen schreef, koos al vroeg voor de viool. Ze studeerde onder anderen aan het Amsterdams conservatorium bij Jeanelotte Herzberger en vervolgens bij Herman Krebbers en Joseph Calvet in Parijs. Als solist werkte ze samen met onder anderen pianist Ronald Brautigam en het Residentie Orkest.
Ze doet in het boek krasse uitspraken over het leven van een musicus. „Als kunstenaar moet je sterk in je schoenen staan. En het zonder subsidie kunnen rooien. Je moet kunnen accepteren dat je als musicus in principe bent verheven tot de bedelstaf. Of je het redt hangt af van hoe goed je bent en hoeveel muzikale concessies je wilt doen. Er moest brood op de plank, dus daarom moest ik ver gaan. Ik heb ook dingen gedaan waar mijn muzikale hart niet lag.”
In de huidige economische crisis komen de echte kunstenaars boven, stelt de violiste: „Voorlopig blijft het een slechte tijd voor de kunst, omdat deze vooral afhankelijk is van de economie. De bezuinigingen zijn onomkeerbaar. De laatste decennia hebben we in een bubbel geleefd. De kunstwereld zal nu een aderlating moeten doen. Een kunstenaar zal nu moeten gaan bewijzen dat hij de status van kunstenaar waardig is.”
Zelf had ze altijd een hekel aan de huidige subsidiesystemen. „Ik ben er een voorstander van dat je je status zelf moet verdienen, letterlijk en figuurlijk. Ik maak me sterk voor een vrijemarkteconomie. Ook in de kunsten. Kunstmatig de mindere goden in stand houden, nee, niets voor mij. Moet je een ander vak kiezen. Deze overtuiging heeft mij er altijd toe gedreven zelfstandig te blijven.”
Ze vreest echter een „oneerlijke concurrentie van Aziatische talenten, simpel en alleen omdat talenten in die landen vanuit de staat gefinancierd en opgeleid worden. Westerse, zelfstandige nieuwkomers krijgen het daarom niet gemakkelijk.”
Volgens haar moet je als musicus overal kunnen spelen. „Op straat, in ordinaire kroegen, in tenten, kerken, tochtige winkelcentra. Overal. En altijd loyaal blijven aan je instrument. Je móét op het hoogste niveau altijd en eeuwig blijven excelleren op je instrument. Er altijd voor gaan, iedere noot, iedere streek, nooit en te nimmer af laten weten, onder de allerslechtste omstandigheden. Juist daar heb ik enorm veel van geleerd.”
Het boek ligt vanaf 30 november in de boekhandel.