De grootste wijzigingen betreffen de rechtspositie van predikanten. Aan de strekking van het AKS verandert verder weinig, aldus Opbouw. Overigens gaat het om een advies dat de commissie AKS doet aan de Landelijke Vergadering (LV, de ’generale synode’) van de NGK, die volgend jaar wordt gehouden.

De aandacht voor een goede rechtspositie van predikanten heeft geleid tot een aanpassing van artikel 10 van het AKS. Ook artikel 30 -tucht over een ambtsdrager- wordt gewijzigd. De commissie neemt daarin twee beginselen op: dat van ”hoor en wederhoor” en dat van ”geen rechter in eigen zaak”. Die moeten zorgen dat „partijdigheid en vooringenomenheid zo min mogelijk kans krijgen als een dominee zijn gemeente „om gewichtige, niet-tuchtwaardige redenen” niet langer kan dienen. Verder is de procedure rond ontslag en schorsing „goed op een rij gezet.”

De artikelen 11 tot en met 16 beschrijven de ”diensten” van de ambtsdragers en de werkzaamheden van kerkenraad en consulent. „De commissie timmert hier dicht dat de tucht een taak is van ouderlingen en predikant” - en niet ook van diakenen.

Opbouw merkt verder op dat „in een tijd van nieuwe bijbelvertaling en actualisering van het AKS” de vraag zich opdringt „wat met de drie Formulieren van Enigheid moet gebeuren. Als ze inderdaad zo belangrijk zijn, dat al onze ambtsdragers ze ondertekenen, dan moeten ze ook toegankelijk en begrijpelijk zijn. (…) Met name de Dordtse Leerregels liggen erg ver van de hedendaagse gelovige.”

Het is voor het eerst sinds de LV van Breukelen in 1982 dat het AKS wijzigingen ondergaat.