Na ”Silent Spring” ging de gifspuit in de ban
Het spraakmakende boek ”Silent Spring” (stille lente) is na vijftig jaar nog steeds actueel. Ook nu wordt er in land- en tuinbouw snel naar de gifspuit gegrepen, terwijl er alternatieven zijn, aldus hoogleraar ecologie Louise Vet. Tijd om de bestseller uit 1962 weer eens af te stoffen.
Als Rachel Carson er niet was geweest, had de wereld er nu anders uitgezien, denkt Vet, hoogleraar ecologie en directeur van het Nederlands Instituut voor ecologie (NIOO) in Wageningen. Ze leidt vandaag het symposium Silent Spring in het Naturalis Biodiversity Center in Leiden. Het gelijknamige boek van de Amerikaanse bioloog en auteur Rachel Carson verscheen vijftig jaar geleden.
Haar kritische verhaal schudde over de hele wereld mensen wakker. Het besef drong door dat de gevolgen van het ongecontroleerde gebruik van bestrijdingsmiddelen dramatisch zouden kunnen zijn. Een utopisch verhaal was het niet: Carson had enorme aantallen dode vogels gezien. Dat kon ze niet bagatelliseren en het verband met landbouwgif was snel gelegd, vertelt Vet.
Wat deed Silent Spring met u?
„Het leerde mij nadenken over ons omgaan met deze planeet: waar zijn we eigenlijk mee bezig?”
Niet iedereen was even gelukkig met het boek.
„Carson werd vreselijk aangevallen door een leger juristen van de chemische industrie die haar winst al zag verdampen. Ze wilde echter de chemische industrie niet de nek omdraaien. Haar protest keerde zich slechts tegen de praktijk van het op grote schaal ongebreideld spuiten.”
Wat heeft ze er uiteindelijk mee bereikt?
„Onder meer dat de gebruikte hoeveelheden gif zijn sterk teruggebracht: er wordt niet meer lukraak gespoten.
Verder zijn er bestrijdingsmiddelen beschikbaar gekomen voor bepaalde specifieke groepen plaaginsecten. Daartegen is het gif effectiever, maar voor vogels en andere gewervelde dieren is het veel minder schadelijk.
Bovendien worden de huidige middelen veel sneller in het milieu afgebroken. De gifsoorten waartegen Carson waarschuwde, waren echter zeer slecht afbreekbaar. Ze hoopten zich op in de voedselketen. Roofvogels die aan de top van die keten staan, werden het slachtoffer. Gelukkig zien we nu de roofvogelstand weer wat toenemen…”
…en is Silent Spring achterhaald.
„Helaas niet. Er is bijvoorbeeld nog geen verbetering gekomen in de erfenis van vijftig jaar lang spuiten. Dat gif zit nog in de bodem. Van die slecht afbreekbare chloorhoudende gifstoffen zijn we voorlopig nog niet af. Die zullen op den duur het grondwater gaan vervuilen. Dat voorzag Carson vijftig jaar geleden al.
Wat mij betreft gaan we uit van het voorzorgsprincipe, zoals ook Carson al schreef. Als we het spuiten beperken, vervuilen we zowel de bodem als het water een stuk minder. Vroeg of laat moeten de restanten worden opgeruimd, en de rekening gaat meestal naar de belastingbetaler.
Hier zie je dat private winst tot publieke kosten kan leiden. De chemische industrie maakt winst, maar de kosten van de gevolgen van het spuiten van gif worden op de overheid afgewenteld. Op termijn komt ook het grondwater aan de beurt. Die schoonmaakkosten betalen we dus met elkaar.”
Stel, u zou ”Silent Spring” vandaag schrijven. Welk bestrijdingsmiddel zou u op de korrel nemen?
„Lastige vraag. Er is veel te doen over middelen waar bijen last van hebben. Daar loopt momenteel een wetenschappelijke discussie over.
Verder zou ik de vinger willen leggen bij de huidige, meer selectieve middelen. Hoewel die een stap vooruit zijn geweest, doden ze niet alleen de plaaginsecten, maar ook de natuurlijke vijanden. Dat wordt nog wel eens vergeten.”
Waarom is dat een probleem?
„In de ecologie onderscheiden we een aantal zogeheten trofische niveaus. Het eerste is dat van de planten; vervolgens komen de planteneters; en het derde is dat van de natuurlijke vijanden, de ‘vriendjes’ van de plant. In de natuur heeft al veel natuurlijke plaagbestrijding plaats. Daar betalen we niets voor; het zijn de natuurlijke vijanden die gewoon hun werk doen.
Wie spuit, verstoort dat proces. In de praktijk leggen met bijvoorbeeld een heel selectief rupsenbestrijdingsmiddel natuurlijke vijanden als de sluipwesp nog eerder het loodje dan de rups zelf. Spuiten leidt nog steeds tot verlies van dieren die juist een nuttige rol spelen in het ecosysteem.”
Dan maar terug naar de middeleeuwen, zoals een criticus Carson voor de voeten wierp?
Fel: „Dat slaat helemaal nergens op.”
Hoe moeten insectenplagen dan bestreden worden?
„Ik ben ervoor dat we denken vanuit een hightech geïntegreerde plaagbestrijding. Die begint al met gewassen die weer over natuurlijke verdedigingsmechanismen tegen plaaginsecten beschikken. Vaak zijn die tijdens het veredelen verloren geraakt.
Loopt een plaag toch uit de hand, dan kunnen we de natuurlijke vijanden inschakelen. Pas wanneer je de plaag met biologische bestrijding niet onder controle krijgt, is het gebruik van een selectief middel mogelijk. Op die manier kunnen we mogelijk toe met 5 procent van wat we nu spuiten.
Onderzoek en praktijk laten zien dat biologische plaagbestrijding economisch haalbaar is terwijl de opbrengst gelijk blijft. Een prachtig voorbeeld is de kasteelt, waar deze volop wordt toegepast.”
De chemische industrie zal uw pleidooi niet omarmen.
„Klopt. Haar eerste doel is winst maken. Heel selectieve –dus weinig gebruikte en dure– middelen gaat ze echt niet ontwikkelen. De lobby van de chemische industrie is niet voor niets zo krachtig.
Een boek dat mij in dit verband boeide, was ”The Pesticide Conspiracy” (het pesticidecomplot, BvdD) van Robert van den Bosch, hoogleraar entomologie aan de universiteit van Californië. Het was een regelrechte eye-opener over de harde strijd die de chemische industrie voert tegen de biologische plaaginsectbestrijding.”
Wat moet er gebeuren om een boek als ”Silent Spring” overbodig te maken?
„Als optimist zeg ik: het glas is nu halfvol. Ik zie de maatschappij veranderen onder invloed van de moderne media. Het midden- en kleinbedrijf is steeds meer de motor achter vernieuwingen. Ook chemiereuzen zoals DSM zie ik vaker hun verantwoordelijkheid nemen.
Het rentmeesterschap, dat in christelijke kring vaak wordt benadrukt, heeft hiermee veel te maken. Ik constateer echter dat slechts weinig christenen echt begaan zijn met het milieu. De aarde is niet aan ons gegeven om die te vernietigen of ongebreideld te exploiteren, maar om die door te geven aan onze kinderen. Als iedereen die gedachte serieus zou nemen, is ”Silent Spring” binnenkort volstrekt achterhaald.”
Silent Spring
De Amerikaanse biologe Rachel Carson schudde in 1962 de wereld wakker met haar roman ”Silent Spring” – stille lente. Ze beschreef hoe er eens een lente zou aanbreken waarin geen insecten zouden gonzen, geen vogels zouden zingen en wiegjes leeg zouden blijven. De oorzaak? Het ongeremde gebruik van insectenbestrijdingsmiddelen.
Het verhaal gaat dat Carson op het idee werd gebracht voor het boek door haar vriendin Olga Owens Huckins. Die had in 1958 een open brief gestuurd aan dagblad The Boston Herald. Huckins beschreef daarin hoe talloze vogels in haar omgeving doodgingen door DDT, een gif dat werd gebruikt om muggen te bestrijden.
De feiten leren echter iets anders, ontdekte Carsons biografe Linda Lear. De Amerikaanse biologe toonde zich al in de jaren 40 bezorgd over het effect van verdelgingsmiddelen. Ze was toen al begonnen met het verzamelen van onderzoek over pesticiden. Haar besluit om het boek te schrijven nam ze toen er een rechtzaak liep tegen het Amerikaanse ministerie van Landbouw over het besproeien van eilanden in de Grote Oceaan met DDT.
Wetenschappers reageerden furieus op ”Silent Spring”. „Als de mensheid de leer van Carson zou volgen, keren we terug naar de middeleeuwen. Insecten, ziekten en ongedierte zouden de aarde opnieuw gaan bevolken”, meende Robert White-Stevens, woordvoerder van de chemische industrie, in de jaren 60. En John Tierney, journalist bij het dagblad The New York Times, legde er in 2007 de vinger bij dat de apocalyptische ”stille lente” is uitgebleven. Misschien toch dankzij ”Silent Spring”? Daar laat Tierney zich echter niet over uit.
Mede door haar boek werd de samenleving zich bewuster van de kwalijke gevolgen die landbouwbestrijdingsmiddelen kunnen hebben voor mens en dier. President John F. Kennedy gaf zijn Wetenschappelijke Adviesraad de opdracht Carsons claims te onderzoeken. Het leidde ertoe dat het gebruik van DDT in 1972 werd verboden in de VS, terwijl de toepassing van andere bestrijdingsmiddelen door strenge regels aan banden werd gelegd.
Carson maakte dat echter niet meer mee. Zij overleed in 1964 aan de gevolgen van kanker. In Nederland raakte het boek bekend onder de titel ”Dode lente”, waarvan uitgaven verschenen in 1963 en 1972.
Citaten
„Vol liefde buigt de mens zich over de wieg van zijn kind en laat tegelijk toe dat zijn voedsel wordt vergiftigd. Hoe lang nog?”
„De appelbomen bloeien wel, maar geen bijen gonzen om de bloemen. (…) Zelfs de beken zijn levenloos. Hengelaars komen er niet meer, want de vis is uitgestorven.”
„Vogels die hebben gedronken of gebaad in plassen die de regen heeft gevormd, zijn ten dode opgeschreven.”
„De ontdekking dat we, zoals een geleerde het uitdrukte, in een zee van kankerverwekkende stoffen leven, is natuurlijk ontzettend.”
„Maar voor hen die nog niet door de ziekte zijn aangetast en zeer zeker voor de generaties die nog niet geboren zijn, is preventie een dwingende noodzaak.”
„We leven allemaal in een dreigende angst dat ons milieu zodanig wordt beïnvloed, dat de mens, evenals de dinosaurus, op den duur zal uitsterven.”
„Controle op de natuur is een frase die stamt uit het neanderthalertijdperk van de biologie en de filosofie.”
„Als het publiek protesteert, wordt het gevoed met kalmerende pilletjes van halve waarheden.”
„Alle alternatieven hebben één ding gemeen, het zijn biologische oplossingen, gebaseerd op begrip van de levende organismen die bestreden moeten worden.”
Bron: ”Silent Spring”, Rachel Louise Carson; uitg. HMH Books, Boston, 2002; ISBN 9780618253050; 378 blz.; € 24,-.