Nederland moet Israël vierkant blijven steunen
Israël verdient in zijn reactie op de agressie van Hamas alle steun van Nederland, stelt Esther Voet.
De spanningen tussen Gaza en Israël zijn deze week geëscaleerd. De grote vraag is: waarom? Dan moeten we kijken naar de redenen waarom Hamas vanaf 10 november de aanhoudende raketaanvallen op Israël dramatisch heeft opgevoerd. Zo werden op één dag meer dan honderd raketten op Israël afgevuurd. Een reactie kon niet uitblijven omdat het land de plicht heeft om zijn burgers te beschermen.
Maar het grote verschil tussen de tactiek van Israël en die van Hamas is dat daar waar Israël zijn uiterste best doet om burgerdoelen te vermijden, Hamas opzettelijk op burgerdoelen mikt. Donderdagavond bleek dat Hamas over veel geavanceerdere raketten beschikte dan zij tot nu toe deed. Zelfs Tel Aviv is niet meer veilig.
Dat Israël in de tegenaanval ging, wordt volgens sommigen mede verklaard door electorale motieven van premier Netanyahu. Op 22 januari vinden verkiezingen in Israël plaats en Netanyahu zou zo willen laten zien dat hij nog altijd de juiste man op de juiste plaats is.
Die redenering is te kort door de bocht, want de laatste twee keer dat een Israëlische regering zo’n actie kort voor de verkiezingen ondernam (1995 in Libanon en in 2008 in Gaza), kwam het de zittende regering duur te staan.
Egypte
Terug dus naar Hamas, want waarom voerde Hamas de beschietingen op? Allereerst wil Hamas zien uit welk hout de nieuwe Egyptische regering daadwerkelijk is gesneden. De grens tussen Egypte en Gaza is zo lek als een mandje. Daardoor heeft Gaza de beschikking gekregen over geavanceerde, strategische raketten. Hamas ziet niets liever dan dat Egypte het in 1979 gesloten vredesverdrag met Israël opzegt.
Daarvoor heeft Egypte een reden nodig, en een gewapend conflict tussen Hamas en Israël zou zo’n reden kunnen zijn. Tijdens het bezoek dat de Egyptische premier gisteren aan Gaza bracht, schortte Israël bewust zijn acties op, terwijl de raketten vanuit Gaza bleven komen. Een pure provocatie om Egypte te betrekken in het conflict.
Voor de tweede reden moeten we kijken naar de Palestijnse Autoriteit. Er heerst al jaren grote vijandigheid tussen Hamas en Fatah, de leidende groepering op de Westelijke Jordaanoever. Toen de emir van Qatar kortgeleden Gaza bezocht en daar 400 miljoen dollar kwam brengen, was Mahmud Abbas, de leider van Fatah, voor dat feestje níét uitgenodigd. Sterker nog, terwijl in Gaza de dollars over de tafel rolden, had Abbas een groot financieel probleem: hij kon zijn ambtenaren niet betalen.
Opwaardering
Abbas heeft echter één troef. Hij wil dat de Palestijnse Autoriteit deze maand een opwaardering van haar status bij de Verenigde Naties krijgt. Nu is de PA nog een ”entiteit”, Abbas wil dat de VN daar nu de status ”non-member state” van maakt.
Die opwaardering zou een opsteker zijn voor Abbas, die daarmee zijn imago kan oppoetsen en zijn autoriteit als vertegenwoordiger van de Palestijnen, álle Palestijnen, in de internationale wereld zou vergroten. Hamas is daar faliekant tegen omdat het nog altijd heel Israël wil veroveren en islamiseren. Het probeert met de agressie van de afgelopen week het plan van Abbas te saboteren.
De vraag die de westerse wereld zich nu moet stellen is: is het reëel dat Abbas deze opwaardering krijgt, terwijl we weten dat Abbas helemaal niet voor alle Palestijnen kan spreken? De verdeeldheid onder de Palestijnen was zelden groter dan nu. Abbas heeft, zeker na de voor hem dramatisch verlopen gemeenteraadsverkiezingen op de Westoever, geen mandaat om zich als vertegenwoordiger van de Palestijnen te profileren.
Niet voor de lol
Dit dilemma werd deze week ook duidelijk in de Tweede Kamer. Hoewel het regeerakkoord slechts één zinnetje wijdt aan de toestand in het Midden-Oosten, werd de opstelling van het kabinet meteen actueel en wel op drie manieren.
Allereerst moest er een beslissing worden genomen over de stemming voor de opwaardering bij de VN. De kersverse minister van Buitenlandse Zaken, Timmermans, moest kleur bekennen. Hij verklaarde eerder dat hij ten opzichte van het Midden-Oosten een koers wil gaan varen die meer op één lijn ligt met Europa.
De minister heeft inmiddels meegedeeld dat hij niet vóór de opwaardering zal stemmen, maar dat Nederland zich waarschijnlijk van stemming zal onthouden. Daarnaast verklaarde hij dat hij Hamas beschouwt als verantwoordelijke voor de escalatie.
Deze week werd ook een belangrijke motie ingediend door Van der Staaij (SGP) om Israël te blijven steunen. Die werd aangenomen, maar nipt, met 77 van de 150 stemmen. De PvdA stemde tegen. De VVD voor. Daarmee is duidelijk dat er tussen de regeringspartijen ten aanzien van Israël geen consensus heerst.
Israël is jaren bestookt met gemiddeld drie raketten per dag, wat zelden tot nooit het nieuws in Nederland haalde. Het verdient nu met de agressie vanuit Gaza de duidelijke steun van een land dat het nog altijd als een vriend beschouwt. De operatie Wolkkolom, waarvoor inmiddels duizenden reservisten zijn opgeroepen, is geen actie die Israël voor de lol onderneemt.
Het enorme wapenarsenaal waarover de internationaal als terroristische organisatie aangemerkte Hamas beschikt, is meer dan een serieuze bedreiging voor de staat Israël. Hoe verschrikkelijk triest de waarschijnlijk onvermijdelijke burgerslachtoffers ook zijn, Hamas zal oogsten wat het heeft gezaaid en Nederland hoort in dit conflict een ferm standpunt in te nemen.
De auteur is adjunct-directeur van het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI).