Van Agt: Suggestie Joods land in Duitsland was fout
NIJMEGEN – Oud-premier Van Agt neemt afstand van zijn door onder meer Joodse organisaties gewraakte uitspraak dat Duitsland na de Tweede Wereldoorlog land had moeten aanbieden aan het Joodse volk.
Dat doet Van Agt in een interview in het Reformatorisch Dagblad. De oud-premier van CDA-huize veroorzaakte vorige week ophef toen hij op een symposium in Heilig Landstichting suggereerde dat een deel van Duitsland na de Tweede Wereldoorlog hand moeten worden ingeruimd als Joodse staat.
Van Agt wilde daarmee niet zeggen dat Duitsland de ‘schuld’ heeft voor het bestaan van Israël, stelt hij nu. „Ik had die uitspraak niet moeten doen. Laat ik het nu zo zeggen: de Palestijnen waren de laatsten die een offer hadden moeten brengen, en ik had in het midden moeten laten wie dat offer dan wel had moeten brengen.”
Onder meer Federatief Joods Nederland nam aanstoot aan de uitspraken en betitelde die als „een grove opzettelijke belediging”, onder meer omdat Van Agt de historische en culturele band tussen het Joodse volk en het land Israël daarmee leek door te snijden.
Van Agt betreurt dat hij met zijn uitspraken Joden pijn heeft gedaan, zegt hij in het interview. „Dat had ik eerder moeten inzien. Daarom zal ik zoiets als vorige week over Duitsland ook niet meer zeggen. Ik heb er nu leergeld voor betaald.”