Youth Conversion 2012: Relaties en gevoel belangrijk bij „tot geloof komen”
HELVOIRT – Bovennatuurlijke ervaringen en relaties met christenen spelen een belangrijke rol bij jongeren die tot geloof kwamen. Dat komt naar voren uit het onderzoek ”Youth Conversion 2012”, uitgevoerd in opdracht van de Evangelische Alliantie (EA).
Het –kleinschalige– onderzoek werd deze week in het Brabantse Helvoirt gepresenteerd tijdens de Innov8-conferentie voor jeugdwerkers. Cornee Bruin en Michel Koekkoek, studenten godsdienst pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede, hielden voor het onderzoek zeventien diepte-interviews met niet-christelijke jongeren van 18 tot 26 jaar die in de afgelopen vijf jaar „tot geloof kwamen.” Hoofdvraag was: Wat zijn belangrijke factoren die van invloed zijn op het tot geloof komen van een jongere?
Het onderzoek is niet representatief voor alle jongeren, wel zijn er verbanden te leggen, concluderen ook enkele ‘specialisten’, die de gegevens mee analyseerden. Het gaat om theoloog Henk Bakker, psycholoog Rob Hondsmerk, antropoloog Miranda Klaver en socioloog Hijme Stoffels.
Voor alle zeventien geïnterviewde jongeren geldt dat relaties met christenen een belangrijke rol hebben gespeeld, zo blijkt uit het onderzoek. Vijftien van hen vinden dat christenen een positieve uitstraling hebben. Ze omschrijven deze als een open, accepterende en liefdevolle houding.
Voor twaalf van de zeventien jongeren heeft een christelijke religieuze ervaring een belangrijke rol gespeeld bij het tot geloof komen. Dit houdt in dat ze een gebeurtenis meemaakten waarvoor ze een bovennatuurlijke verklaring geven.
Tegentrend
„Tegen de achtergrond van het nog steeds doorgaand ledenverlies van de traditionele kerken en relevantieverlies van de christelijke traditie is een kleine, maar opvallende tegentrend zichtbaar van jonge, tamelijk seculier opgevoede mensen die om diverse redenen besluiten om kerk en geloof serieus te gaan nemen”, concludeert Hijme Stoffels, socioloog aan de Vrije Universiteit. „Dat zouden ze niet gedaan hebben als ze onderweg geen levende getuigen van dat geloof ontmoet hadden.”
Het onderzoek bevestigt ook volgens antropoloog en theoloog Miranda Klaver dat de meeste mensen, inclusief jongeren, tot geloof komen door betekenisvolle relaties met gelovigen. „Het laat zien dat bekering een sociaal proces is. Van radicale omkeer is nauwelijks sprake. Weinig jongeren komen spontaan tot geloof. Het tot geloof komen van jongeren is een langdurig proces waarin beslissende momenten of keerpunten zijn aan te wijzen.”
Klaver signaleert in het onderzoek dat „ervaring een gezaghebbende rol speelt in processen van bekering. De ervaringsdimensie speelt een belangrijke rol. Jongeren hebben een zintuigelijke ervaring waarbij veranderingen in waarneming van het lichaam centraal staan. Ze krijgen het bijvoorbeeld warm, voelen een sensatie die geduid wordt als liefde, of spreken over de ervaring van aangeraakt te worden.”
De nadruk op subjectieve ervaringen van het individu laat volgens Klaver zien „dat tot geloof komen bij veel nieuwe gelovigen niet in de eerste plaats op basis van argumenten of de overtuigingskracht van de waarheid van het christelijke geloof plaatsvindt.”
Ontmoeting
Wat Henk Bakker, docent theologie aan onder meer het seminarie van de Unie van Baptisten, opviel is dat er in veel interviews een „touchdown” voorkomt. „Dit betekent dat God ingrijpt bij mensen”, stelt hij. „Deze jongeren hebben in eerste instantie niet de intentie om God te zoeken. Maar door een ontmoeting maakt God zich aan hen bekend.”
”Youth Conversion 2012” is op te vragen bij Vincenza La Porta van de Evangelische Alliantie, vincenza@ea.nl .