Bezinningsavond: Ideologische leegte, met maar één gebod (met fotoserie)
AMERSFOORT – „Nederland is een seculiere eenpartijstaat geworden. In de ideologische leegte die is ontstaan, is er nog maar één gemeenschappelijke spelregel: Gij zult niet discrimineren. De meerderheid laat zich niets gezeggen, zelfs niet door de Raad van State.”
Aanmelden voor de denktank kan via het mailadres stormsteektop@gmail.com
Publicist dr. B. J. Spruyt zei dat donderdag tijdens de bezinningsavond ”De storm steekt op. En u slaapt?”, door het Reformatorisch Dagblad belegd naar aanleiding van het nieuwe regeerakkoord.
VVD en PvdA stappen moeiteloos samen in een kabinet, omdat ze hun ideologische veren hebben afgeschud, zei Spruyt. „Voor alle ideologieën is er één in de plaats gekomen: het sociaal liberalisme. Behalve het non-discriminatiebeginsel zijn er geen gemeenschappelijke waarden meer. Vandaar de acties tegen de SGP, tegen gewetensbezwaarde trouwambtenaren, tegen de rituele slacht, tegen jongensbesnijdenis, tegen de vrijheid van onderwijs. Het verdriet over de wetgeving onder de twee paarse kabinetten (1994-2002) was groot, maar die troffen ons binnen onze kring nog niet zo. Wat er nu gebeurt, doet dat wel.”
Weerbaarheid
Spruyt wees erop dat de storm 150 jaar geleden al opstak. De onderwijswet van 1857 beschouwde christelijk onderwijs niet langer als overheidstaak. Mede dankzij de antirevolutionaire stroming ontstonden er zuilen waarbinnen mensen zelf mochten beslissen. „Dat stelsel begint op zijn laatste benen te lopen. Maar is de refozuil niet een doel op zich geworden? Weerbaarheid ontstaat niet door muren en dijken, maar door een goede basis.”
Ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort, wees op het grote voorrecht om eigen instellingen te mogen hebben. „Ze zijn niet zonder bezwaar, als we er over de verkeerde vragen spreken en elkaar de maat nemen. Maar laten we waarderen wat we mogen hebben. We hebben veel gekregen. Dat wordt bedreigd door de sfeer van onverschilligheid en onwetendheid in de samenleving. De overgrote meerderheid heeft niets meer met godsdienst.”
Ds. Visscher beschreef de taak van de kerk in deze situatie. „De gemeente Gods wordt een pilaar en vastheid der waarheid genoemd. Ze is geroepen die waarheid duidelijk te maken, in een taal die de samenleving begrijpt, én in daden.”
Ontspannen
De kerk moet leden toerusten, zei ds. Visscher. „De kerk bidt voor de overheid. Ons land heeft bidders nodig: Och, dat Gij de hemelen scheurde.
De kerk moet ook wijzen op wat haar Koning over de toekomst heeft gezegd. Daar mogen we heel ontspannen in zijn: wij hoeven de nieuwe hemel en de nieuwe aarde niet tot stand te brengen. Het is wel de vraag of we een burger van Gods Koninkrijk mogen zijn.”
Drs. W. J. de Potter, voorzitter van het college van bestuur van het Van Lodenstein College en het Hoornbeeck College, wees erop dat reformatorische scholen met de huidige ontwikkelingen tot zichzelf moeten inkeren. „Hebben we als scholen de ruimte die we kregen voldoende benut? Is reformatorisch onderwijs niet te veel een vanzelfsprekendheid geworden? Ook binnen de muur van het gesloten toelatingsbeleid is er veel wereldgelijkvormigheid.”
De Potter wees op vacatures die moeilijk vervuld kunnen worden. „Kiezen mensen met hart voor jongeren wel voor een baan in het onderwijs? We hebben voor de klas de beste mensen nodig. Het leraarschap wordt dan een van de belangrijkste beroepen.”
Geen huilverhaal
Ds. J. M. J. Kieviet, christelijk gereformeerd predikant in Dordrecht, zei in het regeerakkoord, dat ”Bruggen slaan” als motto heeft, een brug tussen de aandacht voor het individu en die voor het gezin te missen. Veel maatregelen zijn voor gezinnen negatief. „Ik wil me hoeden voor een huilverhaal. Er is ons veel gegeven. Maar er is wel een andere ontwikkeling ingezet. Onderschatten we de storm? Is de achterban zelf, met een hang naar maximale luxe en gemak, niet een bedreiging voor het reformatorische gezin?”
Tijdens de discussie met de ruim 700 aanwezigen vroeg ds. Visscher zich af wie er nu echt wakker ligt van zaken zoals het homohuwelijk en het uitsluiten van gewetensbezwaarde ambtenaren. „Het probleem zit in ons gemis aan urgentie. Daarom bepleit ik dat er een denktank aan de slag gaat, omdat we door de welvaart en ons huis-tuin-en-keukendenken wat in slaap gevallen lijken te zijn. Het maakt me niet uit of dat een bestaand of een nieuw instituut is.”
Dr. Spruyt onderstreepte dat pleidooi: „Je bemerkt veel onzekerheid. Er is echt grote behoefte aan vorming en toerusting.”