Hoewel het OM de verdachte aanvankelijk verantwoordelijk hield voor doodslag, sprak de officier van justitie donderdag bij de rechtbank in Amsterdam over zware mishandeling met de dood tot gevolg. Ze achtte echter niet bewezen dat M. vooraf de „aanmerkelijke kans op de dood voor lief heeft genomen”.

De amateurvoetballer heeft altijd gezegd dat het niet zijn bedoeling was de man te doden. Dit blijkt volgens het OM ook niet uit getuigenverklaringen.

M. ging vorig jaar december door het lint toen hij een rode kaart kreeg tijdens een voetbalwedstrijd en de toeschouwer van de tegenpartij zich hierover instemmend uitliet vanaf de zijlijn. De voetballer gaf de supporter daarop volgens het OM een schop tegen het bovenlichaam. De man overleed een maand later.

De voetballer speelde voor Sporting Noord en nam het die dag op tegen OSV, beide Amsterdamse clubs die als rivaliserend bekend stonden.

M. verklaarde tijdens de zitting dat hij normaal gesproken juist een van de sportiefste spelers van het team was en anderen altijd rustig probeerde te krijgen. „Ik houd niet van te veel overtredingen.” Getuigen omschreven hem als een rustige jongen, van wie je dit niet zou verwachten. „Ik heb iets gehad, ik weet niet wat. Dit past totaal niet in mijn levensstijl”, zei hij tijdens de zitting. „Ik wil laten uitzoeken wat er die dag is misgegaan.”

In een slachtofferverklaring omschreef de zoon van het slachtoffer zijn vader als een vitale man. „Fietsen en voetbal waren zijn grote hobby’s. Hij fietste elke zaterdag de sportvelden af. Ironisch genoeg is juist het voetbalveld, waar hij zo van hield, zijn dood geworden.”