„Zorg voor oefenplekken voor gesprek in gemeente”
WOUDENBERG – „Zorg als kerkenraden voor meer oefenplekken voor het geloofsgesprek in de gemeente.” Dat zei ds. P. Nobel, hervormd predikant in Waddinxveen, woensdag in Woudenberg tijdens een studiedag van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk.
Ds. Nobel verzorgde de hoofdlezing over de vraag of hervormd en evangelisch te combineren zijn. Hij wees op maatschappelijke ontwikkelingen die vervreemding van de kerkelijke traditie in de hand werken, zoals het ontstaan van een dienstenmaatschappij, waarbij de vraag van de klant centraal staat. „Gemeenteleden zeggen: „Kerkenraad, kom over de brug, dit willen wij graag.” Een kerk die van bovenaf dingen regelt, ervaren twintigers en dertigers als strak.”
Ds. Nobel stelde dat de kerken ook de hand in eigen boezem moeten steken, als het bijvoorbeeld gaat om het functioneren van het ambt van alle gelovigen. „Zijn we niet te veel een domineeskerk geworden waarin vooral wordt geconsumeerd?” Ook wees hij op de nadruk die evangelischen leggen op de geloofservaring. „Zijn wij niet vaak te verstandelijk? Is er bij ons ook niet te weinig gesprek over de beleving van het geloof?” Verder wees hij op het gebrek aan onderlinge betrokkenheid in veel gemeenten: „Er zijn volgens mij nogal wat gemeenteleden die het idee hebben dat ze minder meetellen en zich daardoor eenzaam voelen. Zijn we niet geroepen de onderlinge liefde in de gemeente concreet vorm te geven?”
De predikant noemde dilemma’s voor kerkenraden, zoals rond de overdoop. „Een lid kan misschien nog als Bijbelkringleider functioneren, maar niet als jeugdwerker of kerkenraadslid. De avondmaalstafel kan meestal openblijven, omdat de overdoop eerder een dwaling is dan een zonde, al kunnen die twee dicht bij elkaar liggen.” Verder wees hij op het belang van het geloofsgesprek tussen verschillende groepen binnen de gemeente. „Laten ze elkaar in groepjes spreken na afloop van de dienst. Om elkaar te leren verstaan en vast te houden.”
Ds. G. Lustig, hervormd predikant te Nieuwerkerk aan den IJssel, reageerde op de lezing. Hij wees erop dat achter de vraag om herdoop het verlangen naar persoonlijke beleving van het heil schuilgaat. „Door de jaren heen heb ik daarom rond het belijdenis doen veel aandacht gegeven aan doop en avondmaal, maar ook steeds meer de waarde gezien van het moment van knielen en handoplegging tijdens de belijdenisdienst.”
De Rotterdamse hervormde predikant ds. M. M. van Campen zei veelvuldig met evangelische christenen in aanraking te komen en daarbij veel van hen van te leren. „Hoe dichter bij Christus, hoe dichter bij elkaar. De scheidslijn is veeleer orthodox versus vrijzinnig dan hervormd versus evangelisch.”