Palliatieve zorg lichtpunt op medisch-ethisch gebied
De ontwikkelingen op medisch-ethisch terrein rond het levenseinde zijn niet louter negatief. Zo gebeuren er op het gebied van de palliatieve zorg positieve dingen, vindt dr. Stef Groenewoud.
Britse ziekenhuizen zouden beloond worden voor de „dodelijke behandeling” van terminale patiënten, aldus een bericht op de voorpagina van RD 1-11. Het artikel geeft een vertekende weergave van het “Liverpool Zorgprogramma”. Het suggereert bovendien dat er bij patiënten ten onrechte en om financiële redenen euthanasie zou worden uitgevoerd.
Het Liverpool Zorgprogramma (LZP) is achttien jaar geleden ontwikkeld om de uitstekende Britse hospicezorg ook op andere plaatsen mogelijk te maken, zoals thuis en in het ziekenhuis. Thuis omdat mensen (als je het hun vraagt) aangeven het liefst thuis te willen sterven. In het ziekenhuis omdat men op een gemiddelde afdeling van een algemeen ziekenhuis vaak onvoldoende in staat is om goede palliatieve zorg te verlenen, terwijl in Engeland toch zo’n 55 procent van de sterfgevallen in ziekenhuizen plaatsvindt. Ook in Nederland wordt 55 procent van de mensen in de laatste drie maanden van hun leven opgenomen in een ziekenhuis en vindt 35 procent van de overlijdens daar plaats.
Het LZP wil de kwaliteit van de zorg (beter gezegd: de kwaliteit van leven) verbeteren voor de stervende in de laatste uren en dagen van het leven. Daarbij wordt aandacht geschonken aan fysieke, psychische, sociale en spirituele aspecten.
Ten aanzien van de lichamelijke verzorging in de laatste levensfase is bekend dat het kunstmatig toedienen van vocht en voeding het lijden soms juist verergert. Goede zorg betekent dan dat hiervan beter kan worden afgezien. Ook deze optie is nadrukkelijk onderdeel van het LZP, maar wel onder een aantal strikte condities. Hulpverleners moeten door training voldoende bekwaam zijn in het herkennen van de laatste levensfase en het inschatten van de beste behandeling op ieder moment. Iedere beslissing ten aanzien van de verzorging moet zorgvuldig met de patiënt en/of diens naasten worden overlegd. Het LZP is een goed doordacht zorgprogramma dat –mits onder de juiste condities ingezet– de kwaliteit van leven in de laatste levensfase (bewezen) verhoogt.
Verkeerde prikkel
Waarom dan de commotie over dit zorgprogramma in Engeland en ook daarbuiten? Ten eerste kan men in Engeland onvoldoende invulling geven aan de randvoorwaarde van voldoende bekwaam personeel. Dit heeft tot gevolg dat het LZP wordt ingezet door teams of individuen die niet de juiste zorg op het juiste moment kunnen bieden en/of onvoldoende communiceren met de patiënt en diens naasten.
Ten tweede worden ziekenhuizen financieel beloond als ze aantonen veel patiënten via het LZP te verzorgen. Dit zorgt voor een verkeerde prikkel; immers, het gaat er niet om dat veel patiënten in het LZP komen, maar dat de kwaliteit van leven bij stervenden en hun naasten toeneemt. Het LZP is daarin –mits juist toegepast– een middel en geen doel op zich.
Bemoedigend
In Nederland, en vooral ook in de gereformeerde gezindte, bestaat nog veel koudwatervrees ten aanzien van terughoudendheid in zorg en behandeling in de laatste levensfase. Deze ”behandelgerichtheid” (lees ook eens Markus 5:25-26) blijkt bijvoorbeeld uit de term ”passieve euthanasie”, waardoor afzien van behandeling onterecht in verband wordt gebracht met euthanasie. Juist als christenen zouden we, wetend dat we hier geen blijvende stad hebben, nadrukkelijker open moeten staan voor de gedachte dat goede zorg ook kan betekenen: goed sterven. Palliatieve zorgprogramma’s zoals het LZP passen uitstekend in deze gedachte.
Om dit te realiseren, moeten er wel mensen en middelen beschikbaar zijn en moeten overheid en zorgverzekeraars deze ontwikkeling natuurlijk wel stimuleren. Twee ontwikkelingen (opgenomen in het regeerakkoord) zijn in dit opzicht bemoedigend.
Ten eerste investeert het nieuwe kabinet minimaal 250 miljoen euro in wijkverpleegkundigen. Dit is bij uitstek het type zorgverlener dat –met de huisarts– goede palliatieve zorg thuis kan verlenen.
Ten tweede zullen we in Nederland niet de fout maken die de Engelsen maakten door te belonen op productie (hoe meer patiënten in het zorgprogramma, hoe meer geld). Het regeerakkoord benadrukt het belang van transparantie van zorguitkomsten. De basis voor (extra) beloning van hulpverleners, instellingen en regio’s wordt dan veel meer de toegevoegde waarde (kwaliteit per gespendeerde euro) zoals die wordt ervaren door patiënten en naasten, dan wel objectief wordt vastgesteld in bijvoorbeeld klinische registraties.
Zo lijkt er achter de donkere wolken die zich boven Nederland samenpakken, ook op medisch-ethisch terrein, toch een klein zonnetje te schijnen. Je moet het alleen wel willen zien.
De auteur is gezondheidswetenschapper en werkt als senior manager bij KPMG Plexus. Hij is co-auteur van onder andere ”Goede Zorg, Christelijk geïnspireerde ethiek van geval tot geval” (Buijten en Schipperheijn, 2012) en ”Vroegchristelijke denkers en hedendaagse morele zorgdilemma’s” (ZonMw, 2012).