Economie

Acaipit van afval naar biobrandstof

UTRECHT – Recyclingpionier Jan Boone heeft in Brazilië een project opgezet voor de productie van biobrandstof. Hij kreeg hulp van de interkerkelijke organisatie voor ontwikkelingssamenwerking ICCO. Volgens ICCO past deze aanpak goed bij de plannen van het nieuwe kabinet voor ontwikkelingssamenwerking.

14 November 2012 12:13Gewijzigd op 15 November 2020 00:15
Boone. Foto Enkstein Groep
Boone. Foto Enkstein Groep

Het kabinet-Rutte II wil de samenhang tussen buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking vergroten. Ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf (mkb) die in ontwikkelingslanden investeren, kunnen straks tegen gunstige voorwaarden een lening krijgen van de overheid. Volgens het regeerakkoord wordt daarvoor een fonds van 750 miljoen euro in het leven geroepen.

Maar geld alleen is niet genoeg, stelt ICCO. Uit onderzoek dat ICCO door TNS NIPO heeft laten uitvoeren en waarvan de resultaten vandaag bekend zijn gemaakt, blijkt dat ondernemers vaak tegen praktische problemen aanlopen. Zeven op de tien mkb-ondernemers staan positief tegenover maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) in zuidelijke landen, maar slechts 8 procent heeft daarvoor concrete plannen.

Ondernemers weten te weinig over mvo, kennen geen lokale organisaties, hebben geen goed netwerk of hikken tegen de financiële risico’s aan. ICCO heeft een eigen oplossing bedacht om ondernemers te helpen. De organisatie noemt dat co-creation. Terwijl de ondernemer zich vooral richt op de bedrijfsmatige kant van het project, zorgt ICCO voor kennis van de lokale situatie en helpt bij het aanboren van geldstromen en het opzetten van ondernemerskringen.

Iemand die hier ervaring mee heeft, is Jan Boone. Zo’n dertig jaar geleden stond hij aan de wieg van de Veluwse Afval Recycling (VAR). Dit bedrijf, gevestigd in Wilp, werd vorig jaar overgenomen door afvalgigant Attero. Boone ging niet met pensioen, maar gebruikte zijn kennis van recycling om in Brazilië een project voor de verwerking van acaipitten op te zetten. In Belem, in het Amazone­gebied, staat nu een fabriek die jaarlijks 50.000 ton van deze pitten verwerkt tot kant-en-klare biobrandstof.

Acaivruchten zijn in dit gebied volksvoedsel van de armen. Boone: „Het gaat om het vruchtvlees. Dat wordt door ambachtelijke verwerkers van de pit gescheiden.” De pitten, die 80 procent van de vrucht uitmaken, werden voorheen voor een kleine vergoeding door vuilnisrapers opgehaald en naar stortplaatsen gebracht. Tegenwoordig brengen ze de pitten naar de fabriek van Boone. Daar worden de pitten schoongemaakt, gedroogd en als brandstof verkocht aan lokale industrieën. ICCO heeft Boone geholpen bij de opzet van zijn project. „ICCO is goed bekend in Brazilië en heeft relaties met de overheid en met de bevolking. Als ik bijvoorbeeld een gesprek wil met de burgemeester, dan regelt ICCO dat. Ook heeft ICCO ons in contact gebracht met de ophalers van de pitten.”

Volgens Boone kan een non-gouvernementele organisatie als ICCO ook een rol spelen bij de financiering van projecten in ontwikkelingslanden. „Bij de banken kun je als mkb’er momenteel niet terecht, die denken alleen aan de crisis. Maar in Nederland, en eigenlijk in de hele wereld, is nog heel veel geld beschikbaar uit allerlei sociale fondsen. Een organisatie als ICCO kan je daarmee in contact brengen. Zij stralen naar zulke partijen vertrouwen uit, meer dan jij als individuele ondernemer kunt doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer