Belastingdruk toch fors hoger
DEN HAAG – Het besluit van VVD en PvdA om de arbeidskorting en de algemene heffingskorting af te bouwen voor hogere inkomens, leidt voor middeninkomens in de derde belastingschijf tot een aanzienlijk hogere belastingdruk.
Hoewel de coalitiepartners de belastingtarieven in de tweede en derde belastingschijf op 42 procent willen houden, leidt het inkomensafhankelijk maken van de arbeidskorting en de algemene heffingskorting er bijvoorbeeld toe dat werknemers over iedere euro die ze verdienen tussen de 43.000 en de 63.000 euro straks 49 procent gaan afdragen, wat een marginale belastingdruk van 49 procent impliceert.
Dat is het gevolg van het plan om de algemene heffingskorting af te bouwen met 3 procent voor inkomens tussen de 20.935 en de 62.941 euro, en de arbeidskorting met 4 procent af te bouwen voor inkomens van 43.000 tot 111.053 euro.
Omdat beide kortingen tegelijkertijd worden verhoogd, profiteren de lagere inkomens juist van deze maatregel.
Het Centraal Planbureau bevestigde vanmorgen desgevraagd de berekeningen van deze krant.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf kraakt de keuze die VVD en PvdA hebben gemaakt. „De verhoging van het marginale tarief is volstrekt de verkeerde prikkel, zeker in tijden van crisis. Juist dan moeten de sterke schouders niet ontmoedigd worden. Je zou in deze tijden mensen juist lagere tarieven moeten geven”, aldus Dijkgraaf.