Postma sloot enkele maanden geleden een CAO af met de kleine vakbond Landelijke Belangen Vereniging (LBV). Het bedrijf zette daarmee de grotere bonden FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond, waar een overgrote meerderheid van de werknemers lid van zijn, buitenspel. Volgens de twee bonden bieden de CAO’s die zijn afgesloten door de LBV, werknemers slechtere arbeidsvoorwaarden.

„Postma is wijs en netjes. Als bedrijven op arbeidsvoorwaarden gaan concurreren, betalen de werknemers het gelag", aldus bestuurder H. van den Dungen van FNV Bondgenoten. De bond had gebruikgemaakt van een oordeel van de rechter dat bonden werknemers in de transportsector mogen informeren welke CAO naar hun mening de beste is.

G. Postma, directeur van het gelijknamige bedrijf met ongeveer dertig werknemers, zegt dat hij de CAO met de LBV afsloot, omdat die flexibeler werktijden bood dan de sector–CAO. De directeur heeft naar de protesten van FNV Bondgenoten en CNV Bedrijvenbond geluisterd omdat de bonden goed zijn vertegenwoordigd onder zijn werknemers. „Ik was er verbaasd over hoezeer dat leeft onder werknemers", aldus Postma.

FNV Bondgenoten kondigde aan door te gaan met het informeren van werknemers over de verschillen tussen de sector–CAO en de CAO’s die de resterende 24 ondernemingen hebben afgesloten met de LBV. „Wij hopen dat die om zullen gaan", aldus Van den Dungen. Onder de 24 CAO’s vallen ongeveer duizend werknemers. In de hele sector werken zo’n 120.000 mensen.