In totaal vonden in de eerste 6 maanden van dit jaar 1586 grensoverschrijdende investeringen plaats in Europa. Bijna een derde daarvan kwam uit de Verenigde Staten. Duitsland nam 12,5 procent van de buitenlandse investeringen voor zijn rekening.

Nederland ontving 85 buitenlandse investeringen. Dat waren er twee minder dan in de eerste helft van 2011. Ook in Nederland zijn de VS de belangrijkste buitenlandse investeerder. Bijdragen uit Duitsland en Japan bleven achter in vergelijking met vorig jaar.

Driekwart van de investeringen vond plaats in West-Europa. Het Verenigd Koninkrijk bleef de meest populaire bestemming voor internationale geldschieters, gevolgd door Frankrijk. Spanje wist Duitsland van de derde plaats te verdringen.

Investeerders richten zich net als in de voorgaande jaren vooral op de zakelijke dienstverlening en software. Daarnaast nam het aantal investeringsprojecten in de auto-industrie en de logistiek toe.

Volgens E&Y wijst de aanhoudende groei van de buitenlandse investeringen op de kracht van de Europese markt. „Het lijkt erop dat investeerders de onzekerheid en volatiliteit in Europa inmiddels als normaal zijn gaan beschouwen. Tegenover de economische malaise in de hele regio staan de sterke fundamentele factoren waarover Europa beschikt”, stelde onderzoeker Caroline Rodenburg. Zij wees daarbij op de grote groep kapitaalkrachtige consumenten, productieve arbeidskrachten, het gunstige klimaat voor innovatie en de goede infrastructuur.

Bij directe investeringen gaat het om deelnemingen die direct bijdragen aan de productie in een land. Investeringen in bijvoorbeeld aandelen van een bedrijf worden buiten beschouwing gelaten.