Opinie

Veiligheid burgers in gevaar door aanleg windpark bij Urk

De veiligheid van 60.000 burgers loopt gevaar door de aanleg van een groot windpark bij Urk, stelt Lucia de Vries.

12 November 2012 20:00Gewijzigd op 15 November 2020 00:13
Bestaande windturbines aan de Westermeerdijk bij Urk. Foto ANP
Bestaande windturbines aan de Westermeerdijk bij Urk. Foto ANP

Het Windpark Noordoostpolder is een gedurfd en omstreden project. Maar liefst 86 turbines met een tiphoogte van 190 meter worden zowel binnen als achter de dijken van de Noordoostpolder gebouwd, aan weerszijden van het voor­malige eiland Urk.

Hoewel tot dusver ontkend door betrokkenen lopen de dijken van de Noordoostpolder wel degelijk gevaar door de aanleg van het Windpark Noordoostpolder. Het eerste bewijs hiervoor is al geleverd terwijl met de bouw van de megaturbines nog niet eens is begonnen.

Op 18 september werd bekend dat elektriciteitsnetbeheerder TenneT het graven van sleuven voor kabels bij de Westermeerdijk in Noordoostpolder had stilgelegd, omdat er gevaar bestond voor de dijk en de werklieden. Hoewel TenneT het bericht ontkende, verklaarde een medewerker van het Waterschap Zuiderzeeland dat tijdens het graven de bodem achter de dijk onstabiel werd door het vele kwelwater. Als met dit kwelwater zand wordt mee­gevoerd, bestaat er direct gevaar voor een dijkdoorbraak. Een riskante situatie dus.

Wij maken ons zorgen over de veiligheid van de dijken in de Noordoostpolder, temeer omdat het risicovolle werk, namelijk de aanleg van de kabels onder de dijk en het onderheien van de fundatie van de windturbines en de opstelplaatsen voor de bouwkraan, nog moet beginnen.

Wat echter minstens zo zorg­wekkend is, is dat deze belangrijke informatie voor de bewoners en de rechter is achtergehouden.

Op 17 september beargumenteerde Piet Reinders van de Stichting Rotterdamse Hoek tijdens een zitting van de Raad van State ten aanzien van fase twee van de procedure dat het Waterschap Zuiderzeeland geen vergunningen voor het windpark had mogen ver­lenen. Een van zijn argumenten was dat het waterschap zijn beleid baseert en motiveert op grond van onderzoeken en rapporten die door initiatiefnemer Koepel Windenergie Noordoostpolder zijn betaald. Dat brengt de objectiviteit en neutraliteit in gevaar.

Het waterschap antwoordde tijdens de zitting van de Raad van State dat deze kritiek onvoldoende is onderbouwd. De vertegenwoordiger zei er niet bij dat men op dat moment bij de Westermeerdijk met steeds grotere pompen in de weer was om de bijna onbeheersbare hoeveelheid water die onder de dijk door de polder instroomde, weer terug te pompen in het IJsselmeer. Ook verzweeg het waterschap dat TenneT de werkzaamheden zes weken eerder had stilgelegd omdat de werknemers door de enorme kwel gevaar liepen. Het waterschap onthield de rechters deze cruciale informatie. Dit is volgens ons een ernstige verstoring van de rechtsgang in deze langslepende procedure.

Wij voelden ons vorig jaar juni gesteund door de conclusie van deskundigen gericht aan de Raad van State. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak concludeerde toen dat de dijken mogelijk gevaar lopen als het Windpark Noordoost­polder in werking wordt gesteld. Een rapport van Deltares weerlegde de conclusies van Fugro, het bedrijf dat onderzoek deed in opdracht van de opdrachtgever. Volgens Deltares is er zowel tijdens de bouw- als gebruiksfase wel degelijk kans op toename van kwel, waardoor het dijklichaam in gevaar komt.

Omdat er voor het afgeven van waterschapsvergunningen voor windparken nabij dijken geen uniforme eisen bestaan, concludeerde Deltares verder dat „elke waterkeringbeheerder daar een eigen interpretatie aan geeft, wat de eenduidigheid niet ten goede komt.” Als gevolg van deze wille­keur valt te vrezen dat met het plaatsen van turbines „de ­primaire functie van de waterkeringen, waterveiligheid, niet meer (goed) kan worden gewaarborgd.”

Een twijfelachtig rol in dit alles speelt Henk Tiesinga. Behalve de hoogste baas van het Waterschap Zuiderzeeland was hij tevens voorzitter van de Koepel Windenergie. Het is daarom twijfelachtig of het waterschap volledig onafhankelijk staat ten opzichte van de aanvrager van de vergunningen.

Het verbaast ons niet dat nu al blijkt dat de aannames van de windkoepel niet kloppen. Alle onderzoek ten spijt blijft de bouw van dit megawindpark hoe dan ook een uiterst risicovol project.

Wij vragen de overheid dan ook het verlenen van vergunningen door waterschappen voor de bouw van windparken een halt toe te roepen, totdat uniforme eisen geformuleerd zijn. Ook verlangen we onafhankelijk onderzoek naar de veiligheid van dit gebied tijdens en na de eventuele bouw van dit windpark. Alle rapporten die ten grondslag liggen aan de uitvoering en de aanleg van dit windpark, dienen daarbij te worden gescreend.

De uitspraak van de Raad van State en de vergunningen van het Waterschap Zuiderzeeland dienen onzes inziens te worden heroverwogen. Verder zal een aanklacht moeten worden ingediend tegen de Koepel Windenergie Noordoostpolder en het Waterschap Zuiderzeeland vanwege het achterhouden van relevante informatie en het verstoren van de rechtsgang. Uiteraard dienen ondertussen alle bouwwerkzaamheden stilgelegd te worden totdat nieuw onderzoek de juiste ge­gevens heeft opgeleverd.

Overheid en waterschap moeten prioriteit geven aan een essentiële taak: het waken over de veiligheid van de dijken. Vier tot 5 meter beneden IJsselmeerpeil wonen achter deze dijken 60.000 mensen in de gemeenten Urk, Noordoostpolder en Lemsterland. Met hun veiligheid mag niet worden gesjoemeld.

De auteur is oprichter van het actie­comité Urk Briest. Zij schrijft dit artikel ook namens Stichting Rotterdamse Hoek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer