De Amerikaanse afgevaardigde van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), Leonard Greene, was zaterdag op de ontmoetingsdag van SDOK. Het belangrijkste onderdeel van het werk van SDOK is om het getuigenis van het lijdende deel van de christenheid door te geven. Zo willen wij de stem van de martelaren zijn, aldus Greene.

De SDOK hield haar jaarlijkse ontmoetingsdag met als thema ”Gelouterd door Vuur”. Greene, die voor de SDOK in Afghanistan en Pakistan werkt, sprak over ”Het lijden en de glorie van een dienstknecht”. Nadat hij eerst een gedeelte uit Jesaja 52 en 53 had laten voorlezen, vroeg hij de bezoekers van de ontmoetingsdag of Christus gevolgd kon worden met vermijding van het lijden.

Om dit te illustreren, vertelde hij twee verhalen over marteling van christenen. Immanuël was een bekeerde moslim Pakistaan die in de Bijbel las. Een familielid zag dit en sloeg hem. Vervolgens bond men zijn handen met touwen aan een boomtak. Er kwamen 200 dorpelingen die hem vernederden. Hij moest „Allah is groot, Mohammed is zijn profeet” zeggen. Immanuël weigerde. Toen een politieagent Immanuël met zijn revolver zou doden, werd hij daarvan weerhouden door een moslimgeestelijke. Deze zei: „Stop! Het getuigenis van zijn martelaarschap zou zo’n effect hebben dat vele moslims tot bekering zouden komen.”

Greene: „Deze moslimgeestelijke besefte heel goed hoe waardevol de bereidheid is om voor de glorie van Christus te sterven.”

Het tweede verhaal ging over Mohammed Sahid, die na zijn bekering door zijn eigen familie verstoten werd. Toen hij daarna bij christelijke gemeenten aanklopte, werd hij opnieuw afgewezen. Christelijke kerken in Pakistan die bekeerde moslims verwelkomen, lopen gevaar doelwit van aanslagen en molestatie te worden. Sahid ondervond -evenals de Knecht uit Jesaja- dat hij door de religieuze leiders verworpen werd. Jezus Christus zal hem echter niet afwijzen. Sahid werd door een familielid met een mes gedood. Nadat zijn lippen en tong waren weggesneden, werd hij op een kruiwagen buiten de stad in een kuil begraven.

„Was dat nu voorgoed het einde?”, zo vroeg Leonard Greene. „Nee, want u die thans dit getuigenis hoort, hebt de verantwoordelijkheid de stem van deze martelaar te zijn. Dit getuigenis mag gebruikt worden in de ontmoeting met moslims.”

In het middaggedeelte sprak de Chinees Sue Yueng. Hij leidt in het noorden van China een bijbelschool. „Ik mag de komende generatie van de Chinese illegale kerk vormen”, zei Sue Yueng. Yueng, die met het oog op zijn veiligheid nooit lang op één plek verblijft, moest eens een bijbelschool verlaten. Later werd de bijbelschool opnieuw opgebouwd. Reeds enkele maanden na de opening, kwam het bericht dat de politie zou komen. Twee bij twee vluchtten de studenten naar de omliggende dorpen. Yueng zelf wist te ontsnappen doordat men hem in een motor met zijspan zogenaamd als patiënt naar een ziekenhuis vervoerde.

Sue Yueng eindigde zijn toespraak met een oproep tot gebed voor de ondergrondse kerk in China. Volgens Yueng kunnen de vervolgingen mogelijk afnemen, maar de gevaren van de verleidingen zullen toenemen. Een steeds grotere dreiging gaat uit van de vele dwalingen en ketterijen. Het is van belang dat de kerken zich bij de ondergrondse kerk aansluiten zodat we een helpende hand tegen de oprukkende ketterijen kunnen bieden”, aldus Yueng.