Cultuur & boeken

Dr. H. J. Selderhuis: Denken als goddelijke opdracht

Een mens moet denken. Dat is niet tegen te houden. Maar een mens moet ook denken op de manier zoals het in Mattheüs 22:37 is verwoord, als een goddelijke opdracht.

Dr. H. J. Selderhuis
9 November 2012 16:43Gewijzigd op 15 November 2020 00:11

God liefhebben met het verstand is onder christenen niet zo’n heel vaak beoefende bezigheid. Met hart en ziel gebeurt wel. IJver zonder verstand komt in de kerk ook vrij veel voor, maar God met het verstand dienen wordt veelal aan christelijke filosofen overgelaten. En die worden daarom ook wat verdacht aangekeken.

Johannes Duns Scotus (zoals de naam al zegt afkomstig uit Schotland) was zo’n verdachte denker. Hij overleed in 1308 en werd in een klooster in Keulen begraven. In het veelomvattende handboek middeleeuwse filosofie dat onlangs bij Oxford University Press verscheen, wordt erop gewezen dat er na 1308 nagenoeg geen theoloog of christelijke filosoof geweest is die niet op een of andere wijze door Scotus is beïnvloed. Aan de hand van verschillende thema’s die in dit handboek aan de orde komen (zoals ziel, geloof, wet, wil en eeuwigheid), wordt duidelijk hoezeer dit al voor de middeleeuwen geldt.

Erfzonde

Het specifieke van Scotus’ denken wordt meer gedetailleerd beschreven in de bundel ”Archa verbi” waarin 27 geleerden –na een woord vooraf door de huidige paus– een scala van aspecten behandelt. Scotus dacht veel na over de wil van God. Alles hangt voor hem van die wil af. Zo had God ook kunnen willen dat de wereld niet geschapen werd, dat de mens niet in zonde viel en dat Christus niet tot verlossing zou kommen. Gods wil is allesbepalend.

Maar Scotus betrekt dit ook op de wil van de mens en komt zo tot een ontkenning van de erfzonde. God is vrij, maar de mens ook. Zo probeert Scotus de verantwoordelijkheid van de mens te handhaven, hoewel hij weet van de begeerte en zondige hartstocht die er in ieder mens is. Zijn spreken over de soevereine wil van God deed het in de protestantse traditie beter dan wat hij over de mens zei. Maar dat hij nadacht over wat God wil en niet wil, inspireerde zowel rooms-katholieken als protestanten.

Niet elke lezer zal direct weten wie er achter de namen Ramus en Taurellus schuilgaan, hoewel Ramus iets bekender is dan Taurellus. In de inmiddels gerenommeerde serie onder redactie van directeur Günter Frank van de Melanchthonacademie in Bretten verschenen in een Latijn-Duitse uitgave twee belangrijke werken van deze denkers. Het lijkt hier te gaan om boeken waar een normaal mens niets aan heeft, maar dat is schijn. Waar het in deze werken om gaat, heeft alles met het genoemde gebod van Christus te maken. Het zijn ook thema’s die hoogst actueel zijn. Petrus Ramus (Pierre de la Ramée, 1515-1572) is een calvinistisch filosoof –vermoord in de Bartholomeüsnacht– die zich keerde tegen de invloed van Aristoteles, die volgens hem een manier van denken had die het christelijk geloof niet echt steunde. In ”Dialecticae libri duo” gaat Ramus in op de vraag hoe een christenmens tot een oordeel komt. Welke argumenten gebruik je voor je standpunt? Daarmee is het belang van dit boek al wel duidelijk, want van christenen zal steeds vaker een verantwoording van hun standpunt worden gevraagd en er zullen steeds meer thema’s zijn die om een beoordeling vragen. Ramus kan daarbij zeker helpen.

Voor ”Philosophia triumphus” van Nikolaus Taurellus (1547-1606) geldt hetzelfde. Deze lutherse filosoof en hoogleraar medicijnen verwachtte juist wél veel van het denken van Aristoteles en meende zelfs dat denken de basis is van het geloof. Daarom heet zijn boek ook ”De overwinning van de filosofie”. Taurellus verzette zich tegen de leer van een dubbele waarheid. Het kan volgens hem niet zo zijn dat dingen voor het geloof wel waar zijn, maar voor het denken niet. En andersom. De waarheid is één en daarom moet geloof ook gedacht kunnen worden, aldus Taurellus. Dit is een thema waar bijvoorbeeld christenen die in de natuurwetenschappen werkzaam zijn mee te maken hebben.

Pascal

De bekendste gedachten zijn wel die van de rooms-katholieke geleerde Blaise Pascal (1623-1662). Zijn ”Pensées” waren bedoeld als een apologie van het christendom. Hoewel Pascal grote achting had voor het denkend vermogen van de mens, meende hij dat toch ook de menselijke rede moet buigen voor de openbaring van Godswege.

Dit werk van Pascal heeft vele denkers beïnvloed en over die invloed schreef de Duitse historicus Otto Weiss een interessant boek. Op de lijst van namen die hij presenteert, staan ook denkers die niet zo vaak in verband met gelovig denken worden gebracht, bijvoorbeeld Friedrich Nietzsche. Toch noemde hij Pascal „de nummer één onder de christenen.” Nietzsche prees Pascal om diens consequente christendom, maar meende tegelijk dat Pascal slachtoffer van dat christendom was geworden, want dat verleidde hem tot de gedachte dat het denken door de zonde is aangetast. Zo heeft Pascal volgens Nietzsche de rede opgeofferd aan het geloof – en het geloof is in zijn optiek de religie van de zwakken.

Het gelijk van Nietzsche

Wie het vervolg van de geschiedenis van geloven en denken bekijkt, kan de indruk krijgen dat Nietzsche in die zin gelijk had, dat Pascal te snel het geloof te hulp roept als het denken vragen oproept. De ontwikkelingen die zijn beschreven in het tweedelige overzicht van de Duitse literatuurgeschiedenis van de literatuurhistoricus Peter Nusser laten zien dat het geloof zich in de overwaardering van het denken niet zo goed wist staande te houden.

Met de focus op het liefhebben van God met hart en ziel, zoals dat bij Pascal te vinden is, was het liefhebben van God met het verstand in vergetelheid geraakt. In Nussers beschrijving van het werk van Lessing en Herder is te zien hoe wezenlijke geloofsinhouden in de achttiende eeuw fijnzinnig maar radicaal werden aangevallen zonder dat er vanuit ”redelijk geloven” iets tegenover werd gezet.

Dat is een situatie die vandaag voorkomen moet worden, en daarom lof aan de christelijke wijsgeren en aan de theologen die niet vluchten in quasivroomheid, maar het woord van Jezus over het gebruik van het verstand ernstig nemen.

”The Oxford Handbook of Medieval Philosophy”, John Marenbon (red.); uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 537948 8; 756 blz.; £ 95,-;
”Johannes Duns Scotus 1308-2008. Investigations into his Philosophy”, Ludger Honnefelder (red.); deel 5 van de reeks ”Archa verbi”; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 3 402 10215 2; 536 blz.; € 73,-;
”Dialecticae libri duo”, Petrus Ramus; uitg. Frommann-Holzboog, Stuttgart; ISBN 978 3 7728 2373 2; 271 blz.;
€ 186,-;
”Philosophia triumphus”, Nicolaus Taurellus; uitg. Frommann-Holzboog, Stuttgart; ISBN 978 3 7728 2374 9; 596 blz.; € 248,-;
”Der erste aller Christen. Zur deutschen Pascal-Rezeption”, Otto Weiss; uitg. Friedrich Pustet, Regensburg; ISBN 978 3 7917 2461 4; 238 blz.; € 24,95; 
”Deutsche Literatur”, Peter Nusser; uitg. Wissenschaftliche Buchgesellschaft, Darmstadt; ISBN 978 3 534 254214; 474 blz. (deel 1) en 788 blz.; (deel 2);
samen € 49,90.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer