Andrew Byers: Cynisme steekt de kop op bij christenen
AMSTERDAM – Als God wordt afgeschilderd als Iemand met Wie je de mooiste dingen kunt beleven, kan het in dit leven alleen maar tegenvallen. Daarom steekt juist in populaire vormen van christendom het cynisme de kop op, signaleert Andrew Byers.
De Amerikaanse predikant is in Nederland in verband met de verschijning van de Nederlandse vertaling van zijn boek ”Faith without illusions”. Het boek ligt vanaf deze week in de winkel onder de titel ”Leve de saaie christenen” (uitg. Medema, Heerenveen).
In een restaurant in Amsterdam zet de 38-jarige predikant en blogger, die bezig is met promotieonderzoek aan de universiteit van Durham in Groot-Brittannië, de kern van zijn boek uiteen.
U stelt vast dat cynisme in de mode is. Waaraan ziet u dat?
„Veel christenen hadden hoge verwachtingen van het geloof, maar hebben het gevoel dat de kerk en ook God hen hebben laten vallen. Ik zie dat het soms hip is om cynisch te doen over het standaardchristendom. Je hoort erbij als je populaire christelijke muziek of boeken kunt wegzetten, omdat je door hebt gekregen dat het zo oppervlakkig is. Sommigen doen zelfs hun best om er niet meer christelijk uit te zien.”
Ook in uw eigen leven hebt u zo’n fase gekend, schrijf u. Hoe kwam dat?
„Ik liet op een gegeven moment alles achter om een wereldreis te maken voor God. Ik dacht dat gewoon een baan hebben iets ongeestelijks was en ik wilde een ervaring met God opdoen die verder ging dan alleen maar gebed, Bijbelstudie en naar de kerk gaan. Dat werd gevoed door de preken die ik hoorde en sommige boeken die ik las. Alsof je pas echt geestelijk volwassen zou worden door een daad te stellen.
Maar God liet me na zes weken vastlopen in de Thaise hoofdstad Bangkok. Hij maakte me duidelijk dat ik naar huis moest gaan en normaal moest doen. Ik kwam er achter dat mijn motieven totaal verkeerd waren geweest en dat ik eigenlijk Gods liefde wilde verdienen. Teleurgesteld kwam ik thuis. Ik ben zelf niet heel cynisch geweest, maar weet dat anderen die ook hun neus hebben gestoten dat wel werden. Als er iets fantastisch wordt voorgespiegeld wat niet blijkt te kloppen, kan dat hard aankomen.”
Hoe onrealistischer het christelijke geloof wordt voorgesteld, hoe cynischer men ervan wordt als het geloof niet op de voorgespiegelde makkelijke manier waar blijkt te zijn?
„Ja, althans, natuurlijk vraagt God ook grote dingen van ons: dat we onszelf opgeven. Maar ik had me God naar mijn eigen wensbeelden voorgesteld. Als we God idealiseren, maken we een afgodsbeeld van Hem. Wanneer dat beeld in duigen valt, is het onterend voor God en pijnlijk voor medechristenen om dan cynisch te worden. Ik zoek naar de balans van hoopvol realisme.”
“Hoopvol realistisch”, dat is ook de slogan van het manifest dat het opinieblad De Nieuwe Koers vorige maand opstelde. Daarin staan noties over de kerk, de wereld en de toekomst. Maar staat die slogan niet symbool voor hoe de gemiddelde mens in het leven staat?
„Het gaat om een Bijbels-theologisch realisme en een Bijbels-theologische hoop. De Bijbel heeft alle oog voor de harde werkelijkheid van na het paradijs, maar gelooft toch dat God wel degelijk iets verlossends in het hier en nu doet, door de Heilige Geest.
Cynici geloven dat eigenlijk niet meer, uit reactie op de idealistische voorstelling dat alles nu reeds mogelijk is. Maar Gods Koninkrijk is er ”reeds” en tegelijk ”nog niet”. Met die spanning moeten we het leren uithouden.”
Het is volgens u ook een vorm van idealisme om te stellen dat de Bijbel historisch gezien foutloos is. In uw boek zit ook een passage over de opvoeding van kinderen. Is het goed om hen direct al met moeilijke vragen rond de betrouwbaarheid van Gods Woord te confronteren?
„Ik zou zeker zo willen opvoeden dat kinderen een sterk gevoel voor het bovennatuurlijke ontwikkelen, maar hen ook willen trainen in realisme. Bij het kerstverhaal moet je niet alleen vertellen over de herders en wijzen, maar ook over de realiteit van de kindermoord.
Met vragen rond historische betrouwbaarheid van de Schrift moet je je kinderen stapsgewijs laten kennismaken. Kinderen stellen vanzelf heel goede vragen. Het laatste wat ik zou willen, is dat ze later zeggen dat ik die nooit serieus nam. Dan kweek ik een voedingsbodem voor later cynisme. Als je laat zien dat er alle reden is voor een grondhouding van vertrouwen, kun je gerust toegeven dat er vragen liggen.”
U schrijft dat de kritiek van cynici vaak wel terecht is en dat we kritiek moeten oefenen zoals Jezus dat deed. Maar wij hebben toch niet het gezag dat Christus had?
„Navolging van Jezus betekent volgens mij inderdaad dat je ook constructieve kritiek levert op het volk van God. Maar dat moet gebeuren in liefde die zo sterk en omvattend is dat we tegelijk zouden willen sterven voor degenen op wie we kritiek op hebben. Dat is erg moeilijk, maar wel het model dat Jezus ons voorleefde. Dat maakte Zijn kritiek ook geloofwaardig.
Cynici houden vooral van het ”wee u” dat Hij uitsprak over de Farizeeën, maar Christus zei ook dat Hij Jeruzalem had willen vergaderen evenals een hen haar kuikens. Natuurlijk had Hij autoriteit en wijsheid die wij zo niet hebben. Maar als we volharden in de liefde, kan onze kritiek toch overeenkomen met die van Hem.
We mogen de vinger leggen op simplistische voorstellingen, maar altijd in de Geest van Jezus.”