Commentaar: Smakeloos
Wie nog even stilstaat bij de dood van Tim Ribberink en denkt aan het leed dat deze heeft omgedragen omdat hij gepest werd, voelt zich boos, machteloos en verdrietig. Hoe is het mogelijk dat dit gedurende lange tijd onopgemerkt kon doorgaan? Waarom moest het zo ver komen dat de jongeman geen andere uitweg meer zag dan een eind aan zijn leven te maken?
Triest is ook dat de daders nog steeds onopgemerkt rondlopen. Mogelijk hebben zij spijt; mogelijk voelen zij zich niet verantwoordelijk. Vooral omdat het getreiter onderhuids en langdurig plaatsvond, is het vrij eenvoudig om als individuele pester de handen te wassen in onschuld. Het zou van moed getuigen als mensen die zich schuldig weten ook openlijk schuld belijden.
Pesten komt veelvuldig voor. Dat blijkt uit allerlei onderzoek. En laten we er maar geen doekjes om winden: ook in christelijke kring, waar mensen vanaf hun jeugd wordt voorgehouden de naaste, zelfs de vijand, lief te hebben. Als er één plek is waar pesten niet zou mogen, dan is het wel op christelijk erf.
Pesten is afschuwelijk. Feitelijk zijn mensen die zich daar schuldig aan maken psychische moordenaars. Ze maken mensen soms voor het leven kapot. Verbijsterend is dat er –ondanks mooie en goede handleidingen voor opvoeders– niet met man en macht wordt gewerkt aan het uitroeien van dit kwaad.
Tegen die achtergrond is het evenzeer onthutsend dat er columnisten zijn die zelf het wapen van pesten gebruiken om het kwaad aan de kaak te stellen. Dat laatste was althans de bedoeling van Luuk Koelman met zijn bijdrage in de gratis krant Metro. Daarin liet hij Mariska Orbán, de hoofdredactrice van het Katholiek Nieuwsblad, zeggen dat Tim gepest was vanwege zijn homoseksualiteit.
Als dat inderdaad de daadwerkelijke reden is geweest dat Tim er geen gat meer in zag, is dat verschrikkelijk. Homo’s pesten kan niet, mag niet en is Bijbels gezien zonde. Maar door te suggereren dat Mariska Orbán de moeder van Tim schrijft over een mogelijk verband tussen het pestgedrag en de vermeende homoseksualiteit, treitert Koelman evenzeer.
Wat Koelman heeft gedaan, is ronduit smakeloos. Allereerst tegenover de ouders van Tim. De dood van hun zoon wordt gebruikt om een eigen ideaal uit te dragen. Want het gaat de Metrocolumnist meer om zijn bezwaren tegen het homostandpunt van Orbán, dan om het leed dat Tim en zijn ouders hebben ervaren. Mag je zo het verdriet van rouwende ouders gebruiken om je eigen preek te houden? Was Koelman juist niet degene die enkele maanden geleden PvdA-leider Samsom verweet zijn gehandicapte dochter te gebruiken voor zijn eigen politieke verhaal? Over dubbelhartigheid gesproken.
Smakeloos is het ook om je ideologische tegenstander dingen in de schoenen te schuiven die nooit gezegd zijn. Mensen kunnen fundamenteel met elkaar van mening verschillen en columnisten mogen veel, maar niet alles is oorbaar. Metro heeft inmiddels excuses gemaakt. Dat is mooi, al waren ze wel mager. Maar misschien wil de krant nadenken over grenzen. Trefwoorden? Fatsoen en respect.