„SGP tamelijk succesvol onder jongeren”
De SGP doet het onder de jongere generatie beter dan ChristenUnie en CDA, zo constateert dr. C. S. L. Janse op grond van de uitslagen van de scholierenverkiezingen. Toch raakt ook de SGP een deel van haar jongeren kwijt.
Bij de scholierenverkiezingen die kort voor de echte verkiezingen werden gehouden, kreeg de SGP 2,05 procent van de stemmen. Dat is nagenoeg gelijk aan het stemmenpercentage (2,09) dat de partij bij de echte verkiezingen behaalde.
Is daarmee bewezen dat de SGP er perfect in slaagt de jongere generatie aan zich te binden? Dat lijkt misschien wel zo, maar de werkelijkheid is gecompliceerder. Dat begint al met het gegeven dat niet alle scholen meedoen.
Wel kunnen we vaststellen dat de SGP het stukken beter doet dan de ChristenUnie of het CDA. De ChristenUnie krijgt van de kiezers de helft meer stemmen dan de SGP, maar onder de scholieren zijn beide partijen even groot.
Het CDA is bij de echte verkiezingen met 8,51 procent altijd nog vier keer zo groot als de SGP, maar onder de scholieren komt die partij met 3,19 procent niet veel hoger uit dan de staatkundig gereformeerden. Kennelijk is de achterban van het CDA, maar ook die van de ChristenUnie, belangrijk meer ontzuild dan dat tot op heden bij de SGP het geval is.
Winst
Recent wees Jan Mark ten Hove, beleidsadviseur SGP-jongeren, er op dat vergeleken met 2010 de aanhang van de SGP bij de scholierenverkiezingen op orthodox-protestants-christelijke scholen fors gestegen was. Dit als reactie op mijn opmerkingen in het blad Zicht (aangehaald in RD 25-10) dat de SGP niet zonder meer op de jongeren uit eigen kring kan rekenen.
Uiteraard is die winst verblijdend. Overigens is de gesignaleerde winst verhoudingsgewijs niet groter dan bij de echte verkiezingen. In beide gevallen een stijging van een vijfde.
Het meest relevante gegeven in dit verband is echter het aandeel van de SGP bij de scholierenverkiezingen op reformatorische scholen. Ook daar waar men ervan uit kan gaan dat zo’n 80 à 90 procent van de ouders SGP stemt, komt het SGP-percentage onder de leerlingen niet hoger dan 50 à 65. Daar zit dus een behoorlijk gat tussen.
Kennelijk weet de partij lang niet alle jongeren uit SGP-gezinnen te binden.
Gezinsgrootte
Hoe kan het dan dat ondanks dit verlies het aandeel van de SGP bij de scholierenverkiezingen even groot is als bij de echte verkiezingen? Dat is een gevolg van de afwijkende gezinsgrootte. Het geboorteniveau ligt in SGP-kring relatief hoog. Hoe hoog is niet precies te berekenen, maar in ieder geval hebben de Gereformeerde Gemeenten een geboortecijfer (20,9 promille) dat bijna het dubbele is van het landelijke cijfer.
Wat dat betreft zou de SGP bij de scholierenverkiezingen niet op 2 maar op 3 of 3,5 procent moeten uitkomen.
Ook al mag de SGP dankbaar zijn voor haar aanhang onder de jongeren, er is wel degelijk sprake van een uitstroom in de richting van de ChristenUnie, het CDA of de niet-confessionele partijen.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.