Onderwijs & opvoeding

Martin verdween uit map met eenzamen dankzij maatje Yvonne

Overdag gaat Martin Davelaar (56) uit Voorthuizen naar zijn vaste werkterrein, de plantsoenen van Scherpenzeel. En elke zondagmorgen ontmoet hij zijn broer en schoonzus bij hun moeder. Maar verder was Davelaar best eenzaam. Was. Dankzij het maatjescontact met plaatsgenote Yvonne van Westerneng is hij dat een stuk minder.

Gijsbert Wolvers

8 November 2012 21:04Gewijzigd op 15 November 2020 00:10
Martin Davelaar en Yvonne van Westerneng. Foto RD
Martin Davelaar en Yvonne van Westerneng. Foto RD

Afgelopen voorjaar zocht Davelaar contact met Welzijn Barneveld om een maatje te krijgen. „Ik zit ’s avonds veel thuis en wil meer onder de mensen komen.” Een halfjaar later las Van Westerneng (40), huisvrouw en moeder van drie kinderen, in een blad „net zo’n stukje als dit moet worden”, over het maatjesproject van Welzijn Barneveld. „Ik had me nooit gerealiseerd dat velen eenzaam zijn. Ik wilde iets voor deze groep betekenen en zocht contact met de instelling. Daar hadden ze een heel dikke map, allemaal met mensen die een maatje wilden.”

Na de zomervakantie kreeg Van Westerneng een deelneemster uit Barneveld toegewezen, en Martin Davelaar. Met hem klikte het direct. Davelaar: „Toen Yvonne bij mijn appartement de trap opkwam, wist ik meteen: Dit gaat goed.” Deze: „Ze hebben niet voor niets ons aan elkaar gekoppeld.”

De Voorthuizense komt eens in de veertien dagen bij Davelaar, die de lichtautistische stoornis PPD-NOS heeft. „We drinken koffie, bespreken van alles, doen spelletjes. Yahtzee, Rummikub, Triominos.”

Hoogtepunten in het nog korte contact waren voor Davelaar de twee maaltijden die Van Westerneng en hij nuttigden bij Welzijn Barneveld, waarvan één keer speciaal voor deelnemers en hun maatjes. „Of was dat die keer dat je met Yahtzee won?” grapt Van Westerneng. „Nee”, antwoordt Davelaar serieus. „Maar door jou kom ik onder de mensen. In mijn eentje was ik niet naar die maaltijden gegaan.”

Voor Van Westerneng is het dankbaar werk. „Martin is altijd blij als ik er ben.” Zij vindt het bijzonder dat haar deelnemer goed is in associaties rond data en dagen. „Toen ik met Martin de afspraak maakte om hem op 22 augustus te bellen, zei hij: „Dat was de sterfdag van mijn opa.” Hij weet ook dat bijvoorbeeld 8 april 1913 op een dinsdag of zo was.”

Wat zou Davelaar nog graag een keer met zijn maatje willen doen? „Ik weet het zo even niet. Of wacht, ik denk dat ik toch iets weet. Ik zou een keer samen willen winkelen. Alleen winkelen is nooit zo leuk. Dat doen we alleen in goed overleg, natuurlijk, zoals alles.” Heeft Van Westerneng daar zin in? „O ja, dat lijkt me wel wat. Het maakt mij niet zo veel uit.”

Overigens stelt de Voorthuizense zich niet op als hulpverlener. „Martin mag mij best zijn problemen vertellen, maar ik doe daar niets mee. Martin kan zo echter wel zijn verhaal kwijt.”

Dit is de zevende en laatste aflevering van een serie interviews met maatjes.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer