„Beroepscode voor ambtsdrager moet nauwkeuriger”
De beroepscode voor predikanten en andere ambtsdragers in de kerken moet nauwkeuriger uiteenzetten volgens welke zorgvuldigheidseisen de ambtsdragers moeten handelen als zich in hun gemeente seksueel misbruik in een pastorale relatie voordoet. Dit betoogde R. Ganzevoort, hoofddocent praktische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen, woensdag in Utrecht op de studiedag Openheid en ambtsgeheim.
„Er zou op papier kunnen komen wanneer en hoe een predikant een externe deskundige moet consulteren als een gemeentelid hem vertelt dat een ouderling haar seksueel heeft misbruikt”, suggereerde Ganzevoort. Verder zou hij graag zien dat de beroepscode uiteenzet hoe de ambtsdragers op een verantwoorde manier hun geheimhoudingsplicht kunnen doorbreken als zij het misbruik openbaar willen maken.
Aanleiding voor de studiedag over de spanning tussen openheid en ambtgeheim, in het bijzonder in het geval van seksueel misbruik, was de opheffing van de Interkerkelijke Stichting tegen Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties (SMPR). Na een bestaan van drie jaar droeg deze stichting eind december haar werkzaamheden over aan het Interkerkelijk Bestuurlijk Overleg inzake Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties (IBO).