Kerk & religie

De Bijbel voor moderne lezers

Literair bijbellezen is in. Je pakt de Bijbel en bekijkt de tekst als een verzameling interessante verhalen, gedichten, brieven en spreuken. Het symposium ”De Bijbel literair”, vrijdag in Tilburg, trok dus veel bezoekers.

Enny de Bruijn
19 September 2003 22:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:34

De literaire en de historische benadering kwamen allebei ter sprake, maar er was een columnist van het seculiere NRC Handelsblad voor nodig om nog een andere manier van lezen aan de orde te stellen. „Voor wie wil weten hoe te leven en te sterven, doet de Bijbel er alles toe.”

Hoewel het grote standaardwerk ”De Bijbel literair” al een aantal maanden geleden verscheen, grepen uitgever en medewerkers de gelegenheid graag aan om hun boek alsnog centraal te stellen tijdens een symposium aan de Tilburgse universiteit. De lezingen werden verzorgd door Ellen van Wolde, Frits van Oostrom en Marjoleine de Vos. Eerst de theologie, dan de cultuurhistorie, ten slotte de hedendaagse lezer.

Van Wolde, hoogleraar exegese van het Oude Testament in Tilburg, schetste een duidelijk miniatuurportret van de ontwikkelingen in de bijbelwetenschap. Zelfs voor leken begrijpelijk. „In de negentiende eeuw werd de historische benadering van de Bijbel steeds belangrijker. Wetenschappers gingen op zoek naar feiten. Hoe zijn de teksten en handschriften overgeleverd? Wat voegen archeologische ontdekkingen toe aan ons begrip van de Bijbel? De tekst zelf kwam nauwelijks in beeld. Dat veranderde in de jaren zeventig van de twintigste eeuw, toen theologen -onder invloed van de literatuurwetenschap- de tekst op zichzelf gingen bestuderen, de opbouw, de herhalingen, het ritme. Ze namen dus niet de historische feiten, maar de vorm als toegang tot de betekenis. Sinds die tijd worden er in de bijbelwetenschap heilige oorlogen uitgevochten tussen de aanhangers van de historische en van de literaire benadering.”

Zelf pleit Van Wolde voor een combinatie van die twee, om vandaaruit een stapje verder te komen. „Niet alleen de feiten, de vorm en de functie bepalen de betekenis van de bijbeltekst, maar ook de taal, het concept in het hoofd van de lezer. Dat laatste verschilt van tijd tot tijd, van cultuur tot cultuur, van plaats tot plaats.” Betekenis ontstaat volgens haar dus alleen in reactie met de werkelijkheid, en is bovendien afhankelijk van de lezer - geen hoopvolle gedachte voor wie op zoek is naar waarheid en objectiviteit. Of misschien zelfs naar de bedoeling van de Auteur.

Frits van Oostrom, universiteitshoogleraar in Utrecht en gespecialiseerd in Middelnederlandse letterkunde, krijgt als tweede het woord. Zijn onderwerp is ”De moderne middeleeuwse bijbel”, maar het publiek krijgt meer dan dat. Over het nieuwverschenen handboek heeft hij een paar belangwekkende dingen te zeggen: er moet een revrijdag bij, de lezer dient te beseffen dat structuur niet het enige is bij een literaire benadering van de Bijbel -wat te denken van de enorme cultuurhistorische doorwerking?-, en de aanwezige theologen moeten met elkaar maar eens nadenken over de popularisering van hun vak. Van Oostrom heeft ook een bruikbare naam voor de NBV: ”De Poldervertaling”.

Het betoog van Marjoleine de Vos is een verrassing. De NRC-redacteur en -columnist noemt zich geen christen, maar haar manier van lezen doet het meest recht aan de unieke status van de Bijbel als Woord van God. Zij leest misschien niet orthodox-christelijk, maar toch in elk geval religieus. „Als je een boek mooi vindt, dan praat je niet over het nut van het algemeen, maar over wat het je persoonlijk doet.

Neem het verhaal van het offer van Abraham. Dat is op veel manieren uitgelegd. Je kunt het in zijn historische context bekijken: tegenover alle goden die mensenoffers eisten, komt hier voor het eerst een God Die daar geen prijs op stelt. Je kunt het psychologisch benaderen: Hoe zal Izak dat allemaal beleefd hebben? Je kunt je afvragen, zoals veel moderne lezers doen: Waarom moet een gelovige zo absurd gehoorzaam zijn?

De vraag is dus: Hoe kan zo’n verhaal de moeite waard zijn? Maar voor wie wil weten hoe te leven en hoe te sterven, doet het er alles toe. Alles wat Abraham gekregen heeft, kreeg hij van God. Izak is het symbool van alles wat in zijn leven belangrijk is. Niet Izak moet dus sterven, maar Abraham. Hij kent de woorden uit Gethsemané: Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede. Dat is wat van hem gevraagd wordt, wat van de mens gevraagd wordt in zijn machteloze kleinheid ten opzichte van het lot. En dit verhaal laat zien hoe we dan moeten doen: we zadelen de ezel, we halen het hout, en we gaan.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer