Opinie

Laat EU China aanspreken op gebrekkige persvrijheid

Het is slecht gesteld met de persvrijheid van buitenlandse correspondenten in China. Volgens drs. Bas Belder is het hoog tijd dat de Europese Unie de Volksrepubliek daarop aanspreekt.

Drs. Bas Belder
8 November 2012 05:28Gewijzigd op 15 November 2020 00:09
„De druk van de Chinese overheid op buitenlandse correspondenten neemt toe.” Foto: de skyline van Sjanghai. Foto RD, Henk Visscher
„De druk van de Chinese overheid op buitenlandse correspondenten neemt toe.” Foto: de skyline van Sjanghai. Foto RD, Henk Visscher

De druk van de Chinese overheid op buitenlandse correspondenten neemt allengs toe. Peking dient hun echter dezelfde vrije werksituatie te garanderen als waarop Chinese journalisten in Europa staat kunnen maken. Een kwestie van wederkerigheid waarvoor het Europees Parlement (EP) zich moet inzetten. Deze heldere boodschap kreeg een EP-delegatie vorige week mee tijdens haar werkbezoek aan de Volksrepubliek van de vereniging van buitenlandse correspondenten in China.

„Het gaat van kwaad tot erger”, benadrukt een Italiaanse correspondent in een rondetafelgesprek met vijf buitenlandse journalisten. „De Chinese autoriteiten sporen niet alleen onze informanten op. Ze jagen letterlijk op hen.”

Dezelfde observatie deed de Duitse correspondente Angela Köckritz eind augustus. Onder de sprekende kop ”Velen van ons worden bedreigd”, verzocht zij bondskanselier Merkel dringend om meer bescherming. Die was uitgebleven na een eerdere tussenkomst van Merkel bij haar Chinese gesprekspartners. Daarom wendde Köckritz zich per open brief voor een tweede keer tot Merkel, juist aan de vooravond van een Chinees-Duitse top op haar werkterrein.

De wederwaardigheden van de Duitse journaliste onderstrepen de klachtenreeks van de bestuursleden van de vereniging van buitenlandse correspondenten in China. Kijk er niet van op als je bij thuiskomst de deur van je appartement wijd open aantreft, hoewel je die bij vertrek zorgvuldig hebt gesloten. Kijk er evenmin van op als instellingen op je computer op mysterieuze wijze zijn gewijzigd. „Ook ik word steeds weer bij mijn onderzoekswerk geschaduwd. Afspraken voor interviews worden plotseling afgezegd, omdat deze bronnen uitdrukkelijk gewaarschuwd zijn mij niet te ontmoeten”, aldus Köckritz.

Daarmee handelt de Chinese regering volstrekt in strijd met haar toezeggingen van oktober 2008. Als organiserend land van de Olympische Spelen zag het Rijk van het Midden zich genoodzaakt de arbeidscondities van buitenlandse verslaggevers aanmerkelijk te versoepelen. Zo zouden correspondenten vrij kunnen reizen en iedereen mogen spreken die daarmee instemde. Let wel, zonder enige toestemming vooraf van hogerhand.

Inmiddels constateren onze gesprekspartners dat Peking deze afspraken in toenemende mate schendt. De meerderheid van hun collega’s ondervond in 2011 een onvrijer persklimaat. Een nieuw intimidatiemiddel van Chinese zijde is de weigering van een visum aan buitenlandse journalisten of de dreiging met intrekking van een visum. Een indirecte manier om correspondenten tot zelfcensuur te dwingen. Want in het andere geval, zo wordt fijntjes van officiële zijde opgemerkt, komen ze op een zwarte lijst.

En dan spreken we nog niet van direct fysiek geweld tegen ‘dwarsliggers’, hun inheemse staf en zegslieden. Vooral over hun Chinese medewerkers en informanten maken de woordvoerders van de vereniging van buitenlandse correspondenten zich steeds grotere zorgen. „Per slot van rekening vinden wij wel bescherming, zij daarentegen niet.”

Gegeven deze algemene situatie ligt het voor de hand dat de Chinese autoriteiten nog restrictiever opereren bij persreizen van buitenlanders naar etnische conflicthaarden als Tibet en Xinjiang in ’s lands verre westen. Daarvoor is speciale toestemming nodig. Ook vinden de reizen slechts plaats onder strikte officiële begeleiding. En wee de burger aldaar die openhartig durft te spreken met buitenlandse persvertegenwoordigers.

Trouwens, de puur economische verslaggeving vanuit de Volksrepubliek kan eveneens ernstige problemen voor correspondenten met zich meebrengen. Het is een van onze zegslieden overkomen dat zij op grond van het vermelden van (reeds gepubliceerde) economische gegevens zomaar van het „lekken van staatsgeheimen” werd beschuldigd. „Punt is dat je hier niet precies weet wat ”geheime informatie” heet en wat niet”, verzuchtte ze.

Het hoeft niet te verbazen dat de activiteiten van de vereniging van buitenlandse correspondenten in China een doorn in het oog zijn van het Chinese gezag. Peking herinnert het bestuur er voortdurend aan dat de club geen wettelijke status bezit en suggereert dreigend „ernstige consequenties.”

Al met al is het hoog tijd dat de Europese Unie de Volksrepubliek als haar „strategische partner” ernstig aanspreekt op de klachten van buitenlandse correspondenten. Als rapporteur voor de relaties tussen de EU en China werk ik inmiddels aan een voorstel om dit aangelegen punt in mijn verslag op te nemen. Een strategisch partnerschap veronderstelt immers wederkerigheid. Vrije nieuwsgaring voor Chinese media in Europa en idem voor Europese media in China.

„Enig talmen aan Europese zijde met de verstrekking van visa aan Chinese collega’s is wellicht een nuttig signaal”, suggereerde een Europese reporter zonder de gebruikelijke knipoog.

De auteur is Europarlementariër voor de SGP. Hij reisde vorige week als rapporteur voor de relaties EU-China met een EP-delegatie naar Peking en Chongqing.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer