Bensouda: geen amnestie voor misdaden Libië
NEW YORK/DEN HAAG (ANP) – De nieuwe regering van Libië, die donderdag moet worden ingezworen, moet ervoor zorgen dat er geen straffeloosheid is voor misdaden tijdens de omwenteling vorig jaar, ongeacht de vraag wie de dader en wie het slachtoffer is. Dit heeft de hoofdaanklaagster van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag, Fatou Bensouda, woensdag gezegd voor de VN-Veiligheidsraad in New York.
Het ICC heeft tot nu toe slechts arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen kopstukken van het gevallen Kaddafi-bewind. Maar Bensouda onderzoekt ook aanwijzingen voor misdaden van de voormalige rebellen, die nu in Tripoli aan de macht zijn.
Volgens een rapport van de Verenigde Naties hebben Libiërs die tegen Muammar Kaddafi streden, zich schuldig gemaakt aan moorden, marteling en willekeurige arrestaties. Slachtoffers waren burgers die beschouwd werden als aanhangers van de Gids van de Revolutie. De nieuwe machthebbers gaven in mei amnestie voor misdaden als die zijn gepleegd om de revolutie tegen Kaddafi „te steunen of te beschermen”.
Maar volgens het VN-rapport was er mogelijk sprake van misdaden tegen de mensheid, waarvoor geen nationale amnestie is toegestaan. Bensouda riep de nieuwe regering dan ook op ervoor te zorgen dat de Libische wetgeving straffeloosheid voor internationale misdaden uitsluit.
Twee ICC-verdachten zitten in Libië in hechtenis: Saif al-Islam Kaddafi, de zoon van de gedode leider, en Abdullah al-Sanussi, de chef van de militaire inlichtingendienst van het oude bewind. Zij worden onder meer beschuldigd van moord tijdens het neerslaan van betogingen. Libië wil hen zelf berechten. Volgens het ICC-oprichtingsverdrag heeft Tripoli daartoe het recht, als het de verdachten een eerlijk proces kan bieden. De rechters van een Kamer van Vooronderzoek van het ICC moeten hierover nog een besluit nemen.