Opinie

Balkenende principieel

19 September 2003 21:47Gewijzigd op 14 November 2020 00:34

De eerste algemene politieke beschouwingen van het tweede kabinet-Balkenende zitten erop. Het algemeen oordeel luidt dat de premier erin is geslaagd op vakkundige wijze de bezuinigingsplannen door de Kamer te loodsen. Of zo’n gunstig oordeel ook gerechtvaardigd is als het gaat om de immateriële punten, is de vraag.Verschillende partijen hebben tijdens de debatten van de achterliggende dagen de regering gevraagd hoe zij de discussie over waarden en normen een vervolg wil geven. Vorig jaar vond het eerste kabinet-Balkenende het nodig om expliciet aandacht te vragen voor het herstel van de moraliteit onder de bevolking. De afgelopen dagen viel slechts af en toe een flauwe echo te beluisteren van hetgeen toen met klaroenstoten werd aangekondigd.

De CU en de SGP luisterden tijdens de redevoeringen van de bewindsman met gespitste oren of de regering haar belofte nakwam ten aanzien van medisch-ethische zaken. Vanwege de constructieve houding van deze twee partijen bij de kabinetsonderhandelingen hadden zij immers een belangrijke toezegging gekregen. De regering zou extra aandacht geven aan palliatieve zorg, aan voorlichting ter voorkoming van abortus en aan bestrijding van vrouwenhandel. Het kabinet heeft hen op dit punt teleurgesteld.

Dat laatste is opvallend in het licht van de uitspraken die Balkenende vorige week deed op het congres van het Platform Waarden en Normen. Daar toonde hij er zich voorstander van om de abortuspraktijk een plaats te geven in het debat over waarden en normen. Hij erkende de noodzaak te zoeken naar middelen om zwangerschapsafbreking te voorkomen.

Zulke uitspraken van de regeringsleider hebben de sympathie van orthodoxe protestanten. Tijdens de paarse periode had ons land een premier die bij herhaling zei weinig op te hebben met overtuigde kerkgangers. Vergeleken daarmee is het forse vooruitgang nu een minister-president te hebben die zich er niet voor schaamt openlijk te zeggen dat hij protestant is.

Het optreden van Balkenende roept herinneringen op aan ’ouderwetse’, solide gereformeerden, de mannenbroeders die stonden voor hun zaak. Daarbij komt dat de premier tijdens ontmoetingen met mensen uit de gereformeerde gezindte zich opvallend op zijn gemak voelt en het hem weinig moeite kost hun taal te spreken. Dat wekt begrijpelijk vertrouwen.

Teleurstellend is dan dat er op het punt van medisch-ethische vragen zo weinig van die verwantschap doorklinkt in het kabinetsbeleid, waar Balkenende als eerste voor verantwoordelijk is. Toegegeven, iedere bewindsman zal in een coalitiekabinet compromissen moeten sluiten. Maar het resultaat dat nu op tafel ligt, is wel erg mager. Hoe kan Balkenende het beleid dat hij in de Kamer verdedigt, rijmen met zijn uitspraken op het congres in Hardinxveld-Giessendam?

Vanouds maakten de antirevolutionairen, de CDA-bloedgroep, waar hij zijn wortels in heeft, onderscheid tussen het particuliere geweten van politici en dat in hun kwaliteit als bewindsman. In die laatste hoedanigheid waren zij niet onvoorwaardelijk gebonden aan Gods Woord en de Tien Geboden. Alleen de wet der zeden, die ook de „blinde heidenen” in hun hart kennen, is volgens hen richtsnoer voor het overheidshandelen.

Dat onderscheid zorgde er in vroeger tijden al voor dat ARP-bewindslieden persoonlijk tegen maatregelen waren waar ze als minister voor stemden. Die tweedeling wordt nu bij Balkenende zichtbaar. Vandaaruit is te verklaren dat hij oprecht meent wat hij zegt in Hardinxveld en even oprecht is bij hetgeen hij zegt in Den Haag. Maar dat geeft tegelijk de scheidslijn aan met hen die overtuigd zijn dat Gods geboden heilzaam zijn voor mens en samenleving en gelden voor iedereen, „van wat staat of kwaliteit” hij ook is.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer