Recensie: Complete Bach op Silbermannorgels
Op het Duitse label Aeolus verscheen een 19-cd-box met alle orgelwerken van Bach, gespeeld op orgels van Silbermann. Een uniek project.
Het gaat bij deze Silbermann om vader Andreas (1678-1734) en zijn zonen Johann Andreas (1712-1783) en Johann Daniel (1717-1766), actief in Straatsburg en omgeving (Elzas). Ze moeten niet worden verward met Gottfried Silbermann, werkzaam in het oosten van Duitsland en broer en oom van de Elzasser orgelbouwers.
De Silbermannorgels in Marmoutier, Ebersmunster, Wasselonne, Bouxwiller, Strasbourg, Villingen (een reconstructie uit 2002 van Gaston Kern), Soultz-Haut-Rhin en Arlesheim waren het uitgangspunt voor deze opnamen, een idee van Anne den Hartigh uit Streefkerk, financier van het project en zelf actief als stemmer en registrant. Als organist die deze reuzenklus moest klaren werd Ewald Kooiman aangezocht, die daarmee aan zijn derde ‘Bachtotaalproject’ begon. Acht cd’s waren volgespeeld toen Kooiman op 25 januari 2009 plotseling overleed.
In oktober 2008 had Kooiman in Marmoutier een tweede cd opgenomen. Hij dacht klaar te zijn, maar er was nog wat ruimte over. „Dan speel ik de vijfde triosonate”, zei Kooiman. „Maar dat is een lastig stuk!” was het commentaar van Christoph Frommen, verantwoordelijk voor de overweldigende opnamen in multichannel surround. „Ach, dat stuk heb ik toch in mijn kop zitten man!” reageerde Kooiman karakteristiek. Het zou zijn laatste opname blijken te zijn. De sonate is een prachtige demonstratie van de kernkwaliteiten van Kooimans Bachspel. De beide hoekdelen klinken ingetogen blijmoedig, natuurlijk, fris en van noot tot noot bezield. Het Largo, met tremulant, is uiterst expressief. Kooiman is wars van overdrijving en maniertjes. Niet hijzelf staat in het centrum, maar Bach. Kooiman genoot van Bachs orgelmuziek, en hij slaagt erin de luisteraar evenzo ontspannen en genietend achterover te laten leunen. In de (helaas weinige) grotere vrije werken die hij vertolkte –C-dur BWV 547, Pièce d’Orgue BWV 572, c-Moll BWV 546, c-Moll BWV 537, g-Moll BWV 535, c-Dur BWV 545– is zijn spel robuust en puur, soms wat hoekig, maar altijd transparant en gericht op communicatie. Kooiman wil niet overdonderen, maar verovert eerst en vooral het hart van de luisteraar.
Het cd-boek (Duits, Engels, Frans, 251 pagina’s!) rept van zijn warmhartigheid en non-conformisme, en dat is raak getypeerd. Kooiman had een gloeiende hekel aan wat hij aanduidde als de ”Stylus lokomotivus”, de mechanische, altijd maar onbewogen voortdenderende manier van Bach spelen. Hij kent geen automatismen, maar weet elk stuk een hoogsteigen karakter te geven. Luister hoe in ”Das alte Jahr vergangen ist” het oude jaar zich wankelend en steunend naar het einde begeeft, of hoe vol mededogen ”O Lamm Gottes” zich ontvouwt, en je ervaart tot in de kern zijn Bachopvatting.
De veelal zeer authentiek overgeleverde Silbermanninstrumenten zijn het perfecte medium voor Kooimans boodschap. Weliswaar bescheiden (dorps)orgels, alle nagenoeg identiek opgezet, maar in hun betrekkelijke beperktheid wonderen van expressiviteit. Met name in de drie partita’s kan Kooiman ze in al hun oerklankpracht demonstreren. Geen moderne gelijkmatigheid, maar ensembles van eigenzinnige stemmen, die het onmogelijk maken om vlak spel af te leveren.
Drie oud-leerlingen van Kooiman hebben het project afgemaakt. Ute Gremmel-Geuchen nam vijf cd’s op, Gerhard Gnann vier en Bernhard Klapprott twee. Zij zijn nadrukkelijk geen Kooimankopieën, maar wat bij alle variatie als constante overblijft in dit unieke project is de fascinerende klank van de Silbermannerfenis.
Johann Sebastian Bach complete organ works played on Silbermann organs – Ewald Kooiman, Ute Gremmel-Geuchen, Gerhard Gnann, Bernhard Klapprott; Aeolus (AE-10761); 19-SACD; € 189; www.aeolus-music.com
Ewald Kooiman, Marmoutier
Ewald Kooiman, Ebersmünster
Ewald Kooiman, Wasselone
Ewald Kooiman, Bouxwiller
Ute Gremmel-Geuchen, Strasbourg
Ute Gremmel-Geuchen, Villingen
Gerhard Gnann, Soultz-Haut-Rhin
Bernhard Klapprott, Arlesheim