Boijmans–verdachte eerder veroordeeld voor verduistering
De 33–jarige man die vastzit voor verduistering van ruim 3,3 miljoen euro bij museum Boijmans van Beuningen, is al eerder voor oplichting veroordeeld. Dat bleek vrijdag bij de pro forma–behandeling van de zaak voor de rechtbank in Rotterdam. De zaak is voor onbepaalde tijd, hooguit drie maanden, aangehouden.
Doednath B. (Bisesar) werkte als financieel administratief medewerker bij Boijmans waar hij dit jaar in ieder geval twee keer geld liet verdwijnen. De eerste keer was het 310.000 euro, de tweede keer het tienvoudige. Hij heeft verklaard dat hij dat deed op verzoek van een vage kennis, Sanjay P. Justitie meldt dat een groot deel van het geld dat bij Boijmans is verdwenen, nog niet is teruggevonden.
De verduistering bij het museum werd na Pinksteren ontdekt. B. werd aangehouden toen hij aan het werk ging. Van de zes verdachten die de afgelopen tijd zijn aangehouden, is B. de enige die nog vastzit. Twee van de verdachten die zijn vrijgelaten, zijn broers van Sanjay P.
Officier van justitie C.L. van Kooten erkende vrijdag dat het geen geheim meer was dat het onderzoek zich vooral richt op Sanjay. Ze noemt het onderzoek „ingewikkelder dan het in eerste instantie lijkt". „Er is geld overgeboekt naar het bedrijf Van der Toren en vervolgens doorgeboekt naar de firma Cashweelsz. Het administratieve onderzoek naar die transacties is nog niet afgerond en ook het onderzoek naar de personen achter de BV’s loopt nog."
Justitie denkt dat B. een belangrijke rol speelde bij de verduistering van het geld bij Boijmans. Zijn raadsman F. Hogewind betwijfelt dat. Hogewind vindt het onbegrijpelijk dat B. voor een vage kennis 3 miljoen overmaakt op een rekening zonder hij daar zelf ook maar een cent wijzer van wordt.
„Zijn slaafse, dienstbare houding roept vragen op die beantwoord moeten worden. Hij heeft geen enkele moeite gedaan om die overboekingen te verhullen. Hij noteerde zelfs in zijn agenda op welke dagen hij de bedragen moet overboeken. Waarom doet iemand met een vaste baan die ook nog twee goedlopende bedrijfjes heeft, zoiets?"
De rechtbank wees het verzoek voor een psychologisch onderzoek van B. af. „Het is nog te vroeg voor de conclusie dat verdachte louter uit naïeve overwegingen en zonder eigenbelang tot zijn daad kwam." In B.’s voordeel is niet dat het gerechtshof in Den Haag hem in februari 2002 al voor verduistering veroordeelde.