Begrotingsslag in EU ontbrandt
APELDOORN – De hakken worden in het zand gezet. Er is van meerdere kanten de dreiging met een veto. Het hoort allemaal bij het politieke gevecht dat de EU elke zeven jaren voert: de onderhandelingen over de meerjarenbegroting.
De regeringsleiders hebben er een extra top voor uitgeschreven. Op 22 en 23 november zijn ze bijeen in Brussel. Of het dan lukt een akkoord te bereiken over de financiën in de periode van 2014 tot en met 2020 valt te betwijfelen. Er is bij dit onderwerp unanimiteit vereist. Het verleden leert dat het eerst een keer goed mis moet lopen, met stevig onderling geruzie, en dat pas in de maanden daarna geleidelijk aan een alomvattend compromis aan de horizon verschijnt.
De EU kent geen tekorten, zij mag niet lenen, de in- en uitgaande geldstromen zijn in evenwicht. Ze heeft in die zin altijd haar zaken op orde. Alle bedragen die Brussel vanuit de gemeenschappelijke kas besteedt, dienen vooraf door de 27 landen te worden opgebracht.
De Unie werkt daarbij met een budgettaire planning voor zeven jaar, in het jargon aangeduid als het meerjarig financiële kader. Daarin zijn de maxima vastgelegd voor de verschillende uitgavencategorieën, waaronder landbouw, cohesie (fondsen om zwakke regio’s te helpen), onderzoek en veiligheid. Binnen dat geheel van afspraken komen vervolgens de jaarlijkse begrotingen tot stand.
Momenteel proberen vertegenwoordigers van de raad van ministers en het Europees Parlement in een zogeheten verzoeningsprocedure een deal te bereiken over het financiële plaatje voor 2013. Het EP wil de betalingen met 6,8 procent verhogen, tot bijna 138 miljard euro, maar de lidstaten trappen op de rem. De twee genoemde instellingen, die samen de begrotingsautoriteit vormen van de EU, moeten er volgens de spelregels op 9 november uit zijn. Valt de kloof niet te overbruggen, dan is er volgend jaar elke maand evenveel beschikbaar als in het vergelijkbare deel van 2012.
Ondertussen slijpen partijen ook de messen voor de ultieme slag om de nieuwe meerjarencijfers. Het is de bedoeling dat het overleg over dat dossier voor eind december overeenstemming oplevert, ruim voor de ingangsdatum van het akkoord, twaalf maanden later.
Het voorstel van de Europese Commissie voorziet in een totaal uitgavenplafond van 1033 miljard euro. Dat correspondeert met 1,08 procent van het bruto nationaal inkomen van de EU. Diverse landen beoordelen dat niveau in de moeilijke economische omstandigheden van vandaag de dag, die overal nopen tot drastische bezuinigingen, als te hoog. Een groep met onder meer Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, koerst aan op 100 miljard euro minder. Dat houdt in: het huidige budget bevriezen en de bedragen alleen corrigeren voor de inflatie.
Deze week presenteerde Cyprus, dat dit halfjaar de ministersvergaderingen leidt, een aangepast plan, dat er 50 miljard afhaalt en uitkomt op 983 miljard. Het EP, dat straks het resultaat van het beraad tussen de leiders moet goedkeuren, meent echter dat de EU ook dan te weinig middelen heeft om haar beleid en haar doelen te kunnen verwezenlijken. De Europese Commissie denkt er net zo over.
De Britse premier Cameron heeft inmiddels aangegeven dat hij eventueel een veto zal uitspreken. Donderdag herhaalde hij dat in het Lagerhuis in Londen. Zeven jaar geleden was het zijn voorganger Blair die in eerste instantie een besluit blokkeerde. Het Verenigd Koninkrijk kiest voor een in dit verband dus vertrouwde opstelling. Binnen de partij van Cameron zijn parlementsleden die zelfs een bevriezing van het budget onvoldoende achten. Zij eisen besparingen die er nog dieper in hakken.
Het draait trouwens niet alleen om de omvang van de begroting. Elk land heeft zo zijn eigen belangen. Frankrijk bijvoorbeeld beschermt de uitkeringen aan zijn boeren. Niet fors daarop korten, anders overweegt ook Parijs naar het vetowapen te grijpen. De armere lidstaten, met Polen voorop, verdedigen de subsidies die zij tot dusver ontvangen om hun achterstand in economisch opzicht te verkleinen.
En verder gaat het om de verdeling van de benodigde afdrachten aan Brussel. Nederland dringt aan op een grotere korting op zijn contributie. Denemarken doet hetzelfde. De eerste vrouwelijk premier van dat land, Thorning-Schmidt, spreekt eveneens over een veto.
De Duitse bondskanselier Merkel hekelde deze week het wapengekletter zoals dat van diverse kanten klinkt. „Het is normaal om je eigen terrein af te bakenen, maar ik wens geen dreiging met veto’s, dat helpt niet een oplossing te vinden.”
EU-president Van Rompuy heeft al laten weten dat hij de finale onderhandelingen desnoods met enkele dagen zal verlengen. Hij beseft dat geen akkoord de sfeer bederft voor de top in december en dan staan er belangrijke beslissingen op de agenda over een verdere eenwording in Europa.