Kerk & religie

Bijbel in dialect: onheilig of dicht bij het hart

De Bijbel verscheen in 2008 in het Gronings. Gods Woord in de eigen taal: het is niet alleen weggelegd voor de Groningers. Er wordt hard gewerkt aan de vertaling van de Bijbel en kinderbijbels in diverse streektalen. Dialectdeskundige dr. Harrie Scholtmeijer: „Ik hoop dat de projecten ook afgerond worden.”

Jan van Reenen
2 November 2012 16:08Gewijzigd op 15 November 2020 00:03
Dialectdeskundige dr. Harrie Scholtmeijer ziet de belangstelling voor het lezen van de Bijbel in de streektaal afnemen. beeld Dick Vos
Dialectdeskundige dr. Harrie Scholtmeijer ziet de belangstelling voor het lezen van de Bijbel in de streektaal afnemen. beeld Dick Vos

Scholtmeijer (1960), docent aan de Hogeschool Utrecht, groeide op in het Overijsselse stadje Vollenhove, waar in zijn jeugd vrijwel iedereen dialect sprak. Hij deed er volop aan mee. Nadat hij als neerlandicus was afgestudeerd, promoveerde hij op een onderzoek naar dialecten in de IJsselmeerpolders. Later werkte hij bij het Meertens Instituut in Amsterdam, waar hij onderzoek deed naar de staat van het dialect in Nederland. Daar raakte hij betrokken bij een project over de vertaling van de Bijbelse gelijkenis van de verloren zoon in het dialect. Hij begon zich te verdiepen in de vertaling van de Bijbel in de streektaal. „Er ging een wereld voor me open.”

Scholtmeijer: „Er was al langere tijd sprake van een dialectrenaissance. Een eeuw geleden werd er veel meer dialect gesproken dan nu. Velen beschouwden het dialect als minderwaardig en gingen zodra ze de kans kregen ABN, Algemeen Beschaafd Nederlands, spreken. Dat gebeurde als ze wegtrokken uit hun dorp of door allerlei invloeden van buiten die een aanslag deden op het streekeigene.”

Herleving

De herleefde belangstelling voor het dialect ontstond zo’n veertig jaar geleden. „Vanaf de jaren zeventig waren het juist vaak de hoger opgeleiden die zich het dialect herinnerden en zich gingen inzetten voor het behoud ervan. Zo ontstonden er leesboeken in het dialect, werden er cursussen gegeven en kwamen er dialectwoordenboeken.”

Door zijn werk voor het Meertens Instituut kwam Scholtmeijer, die lid is van de protestantse gemeente van Emmeloord, erachter dat vrijwilligers in veel plaatsen van ons land bezig zijn met het vertalen van de Bijbel in de streektaal. Vooral in het zuiden en het oosten zijn de nodige teams actief. Inmiddels is de complete Bijbel in het Gronings, het Twents en het Stellingwerfs beschikbaar en is men onder meer bezig met de vertaling van Bijbelgedeelten in Drenthe en Zeeland, Urk, Genemuiden, Venlo en in de Achterhoek. Aan de vertaling van de Bijbel in het Twents is vooral de naam van prof. Anne van der Meiden verbonden.

De dialectrenaissance leidde ook tot kerkdiensten in de streektaal, waarvoor nog steeds veel belangstelling bestaat.

Biblebelt

De Bijbelvertalingen en de kerkdiensten in dialect roepen uiteenlopende reacties op. De een is geroerd en zegt nu pas te begrijpen wat er in de Bijbel staat. „’t Komt zo dichte an je’n arte”, (het komt zo dicht bij je hart), verklaarde een Zeeuwse. Anderen vinden het niet gepast om het dialect te gebruiken voor het heilige.

Scholtmeijer constateert dat, op een enkele uitzondering na, op de biblebelt het fenomeen van dialectvertalingen van de Bijbel afwezig is. Dat komt niet doordat de mensen geen dialect spreken, maar door de bezwaren van orthodoxe christenen tegen een andere Bijbelvertaling dan de Statenvertaling.

Scholtmeijer: „Ze zijn vertrouwd met de Statenvertaling, die voor hen iets van het heilige van God ontsluit. Dialectvertalingen zijn juist in de wat minder orthodoxe kringen populair. In het oosten vindt men dat de Bijbel hen daardoor „dicht op d’n hoed” komt. Misschien speelt ook mee dat men in het aangrenzende Duitsland meer gewend is aan kerkdiensten in de streektaal.”

Grondtaal

De neerlandicus geeft aan dat het vertalen zeer zorgvuldig plaatsheeft. „Een aantal vertalingen, zoals het in het Twents en het Gronings, is helemaal vanuit de grondtalen gemaakt. Anderen gebruiken de Nieuwe Bijbelvertaling of de vertaling uit 1951 als uitgangspunt.”

De vrijwilligers krijgen bovendien niet alleen begeleiding van streektaaldeskundigen, maar ook van predikanten of van mensen die de Bijbel in de grondtalen kunnen lezen. Ook kunnen de vertaalgroepen gebruikmaken van materiaal van het Nederlands Bijbelgenootschap.

Scholtmeijer is vanzelfsprekend blij met de dialectrenaissance, die hij plaatst in het geheel van de toegenomen belangstelling voor de eigen streek. Hij merkt op dat er nog nooit zo veel boeken in de streektaal verschenen zijn als op dit moment.

Tegelijkertijd is hij bezorgd. Hij constateert dat de dialectwereld bezig is te vergrijzen. Dat geldt zowel de groep die het dialect spreekt als zij die zorgen voor de vertalingen. „Toen ik jong was, sprak bijna iedereen in Vollenhove dialect, maar nu spreken voornamelijk de ouderen het nog. Voor het behoud ervan is het van belang dat er een groep gebruikers is die het dagelijks spreekt. Als er geen taalgemeenschap is die het dialect voedt, wordt het doods en onveranderlijk.

Ik vraag me af of de generatie die nu opgroeit wel iets heeft met dialect. Ik ken geen gebied waar jongeren weer dialect gaan spreken. De Bijbels in de streektaal worden voornamelijk gebruikt door mensen boven de vijftig. Ik zie dus een afnemende belangstelling voor het lezen van de Bijbel in de streektaal.”

Eenzelfde ontwikkeling stelt Scholtmeijer vast bij de makers van de vertalingen. „Het is een vergrijzende groep die eraan werkt. Velen van hen zijn op betrekkelijk jonge leeftijd met pensioen gegaan en konden zich hele dagen aan het werk wijden. Zij worden ouder en hun plaatsen worden nauwelijks door jongeren ingenomen. Het is de vraag of het zal lukken om de vertaalprojecten te voltooien. Maar je weet het natuurlijk nooit. Het Hebreeuws was eeuwenlang een dode taal, maar nu wordt er weer volop modern Hebreeuws gesproken. Wie weet komt er toch weer eens een opleving van het dialect.”


Bijbel in eigen streektaal

Dit najaar verscheen er een kinderbijbel in het Gronings. ”De Kinderbiebel” is een hertaling van de ”Prentenbijbel” van Marijke ten Cate en is uitgegeven door uitgeverij Jongbloed (Heerenveen) in samenwerking met de Groningse Liudgerstichten. De stichting is in 1989 opgericht en heeft als doel „de belangstelling voor de Groninger taal met betrekking tot religieuze doeleinden te stimuleren en de kennis, het gebruik en de uitoefening daarvan te bevorderen.” Al eerder, in 2008, verscheen de complete Bijbel in het Gronings. Deze ”Biebel” is vertaald uit de grondtalen. Een groep vrijwilligers heeft maar liefst veertig jaar aan het project gewerkt.

Marten van Dijken, betrokken bij de Liudgerstichten, zegt dat er nog steeds vraag is naar de Biebel, waarvan dit jaar een vierde druk verscheen. Van Dijken: „Het is het meest verkochte boek in het Gronings.”

De Groninger benadrukt dat de Bijbel niet alleen door ouderen wordt gebruikt. „Sommige jongeren kiezen voor een trouwdienst in het Gronings met een Biebel als huwelijksgeschenk. De Biebels worden in de hele provincie verkocht, ook in orthodox-christelijke kring.”


Wind, zeg den Prediker, allemaole wind

Statenvertaling: „IJdelheid der ijdelheden, zegt de prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.”

Gronings: „Alles is lucht, loos en leeg, en van gain betaiken, zegt Predeker, loos en leeg en van gain betaiken.”

Twents: „Weend, aans niks as weend, zegt ’n Predker, ’t is almaoal weend en dat is ’t.”

Achterhoeks: „Wind, zeg den Prediker, allemaole wind, niks waerd.”

Zeeuws: „Aol voe niks, zei Prediker, aol voe niks; ’t is uuteindelik aol voe niks.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer