Dat blijkt uit een enquête onder dertien orthodox-christelijke leraren in Nederland en zeven in het buitenland. Het onderzoek is gedaan door het lectoraat christelijk leraarschap, verbonden aan Driestar Educatief in Gouda. De resultaten werden donderdagmiddag gepresenteerd tijdens de installatie van dr. Bram de Muynck als lector.

De verdeeldheid wordt onder meer ervaren in gesprekken over de toeëigening van het heil. Sommige leraren spreken vanuit de geloofszekerheid, anderen vanuit het geloofsgemis. De laatste groep ervaart het onbekeerd zijn als een probleem, omdat leraren hun leerlingen wel moeten aanspreken op wat God in de Bijbel vraagt.

Leraren ervaren identiteit als een persoonlijke zaak. Zij verlangen naar geestelijke eenheid, maar die moet wel voldoen aan de eigen voorwaarden. Daardoor verloopt het gesprek over identiteit moeilijk. Directies die proberen de eenheid onder leraren te bevorderen, krijgen als kritiek dat ze zaken opleggen of te streng zijn.

Christelijke leraren ervaren weinig urgentie om hun vak principieel te doordenken. Ze willen meer overeenstemming tussen de identiteit van de school en het vak dat ze geven, maar zijn verlegen met het onderwerp. Ze hebben weinig behoefte aan christelijke lesmethodes.

De bezinning op identiteit wordt belemmerd door onder meer het grote aantal parttimers op school en het gebrek aan tijd. Wel helpt het als de schoolleiding bewust ruimte creëert voor bezinning.

Het lectoraat christelijk leraarschap moet materialen gaan ontwikkelen om het gesprek over identiteit, geloofszaken en eenheid op school te stimuleren, is een van de aanbevelingen in het onderzoek.

Daarbij is het verstandig te werken met verschillende doelgroepen: leidinggevenden, leraren met veel ervaring, met weinig ervaring, parttimers en werkende moeders. De bezinning kan het beste aansluiten bij concrete problemen en knelpunten die zich voordoen op school.