Halbe Zijlstra (Oosterwolde, 21 januari 1969) studeerde marketing aan de Hanzehogeschool in Groningen en sociologie aan de Rijksuniversiteit in de zelfde stad. Hij begon zijn loopbaan als accountmanager bij een autoleasemaatschappij.

In 2001 werd hij directeur/eigenaar van het projectmanagementbureau Improvex, waar hij zich bezighield met een nieuw financieel-expertise managementsysteem voor Shell. Vijf jaar later werd de zoon van een rechercheur Kamerlid voor de VVD en trad hij onder meer aan als lid van de parlementaire onderzoekscommissie naar onderwijsvernieuwingen.

In 2010 werd hij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. „Excellentie is het streven, de zesjescultuur is voorbij”, oordeelde hij. Zijlstra had veel te stellen met kritiek uit de onderwijswereld, bijvoorbeeld over de inmiddels gesneefde langstudeerboete. Ook wilde Zijlstra de basisbeurs voor master-studenten onder een sociaal leenstelsel brengen.

Als staatssecretaris voor Cultuur kreeg de Fries schampere reacties, omdat hij liever boeken van Tom Clancy of Robert Ludlum schijnt te lezen dan echte literatuur. Zijlstra wilde „minder financiële afhankelijkheid voor de overheid en meer betrokkenheid van publiek en private partijen, die maken de cultuursector sterker.” Zijn bezuinigingswoede leverde onder meer in juni 2011 de Mars Der Beschaving op, door circa 3000 mensen gelopen van Den Haag naar Rotterdam. Ook de plannen voor de bouw van een Nationaal Historisch Museum gingen mede onder zijn verantwoordelijkheid definitief van de baan.

Zijlstra deed zijn eerste bestuurservaring op als secretaris van de postduivenvereniging De Griffioen in Oosterwolde. Hij trad ook op als buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand in Utrecht. Behalve lezen (Dan Brown en James Clavell mogen naar verluidt ook op zijn nachtkastje) mag hij graag reizen en wielrennen.

Halbe Zijlstra is getrouwd sinds 2007.