Volgens de Vogelbescherming hebben de uit 2001 daterende afspraken die zijn gemaakt met de vissers onvoldoende resultaat gehad. Doel was dat er het aantal dode vogels in 2004 zou zijn teruggebracht tot 2000. In het begin van de jaren tachtig verdronken er ’s winters nog 50.000. De organisatie dringt aan op inkrimping van de visserij.

De Vogelbescherming stelt dat alleen technische maatregelen ontoereikend zijn om het aantal slachtoffers voldoende terug te brengen. Vogelbescherming en de producentenorganisatie van de IJsselmeervissers hebben daarom afgesproken zich in te zetten voor een ’warme’ sanering van een deel van de IJsselmeervisserij.

Daarbij zal met name de hoeveelheid vistuig teruggebracht moeten worden. Daarnaast komt er een experiment met vlaggen op de netten. De verwachting is dat dat een flink aantal vogels zal afschrikken.

Er zijn nu nog zestig vissers op het IJsselmeer en het Markermeer actief. In de zomer vissen ze op aal, in herfst en winter met staande netten op baars en snoekbaars en in het voorjaar op spiering. Door de geringe hoeveelheden aal is de rentabiliteit laag.