Verzoendag
Handelingen 13:38
„Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Deze u vergeving der zonden ver- kondigd wordt.”
De jaarlijkse Verzoendag is overgegaan in één dag, namelijk de dag waarin u nu leeft! U leeft nu op de Grote Verzoendag. U, die met al uw nakomelingen van God afgevallen bent. Gelukkige mens die dat gelooft en voor God het loflied aanheft voor Zijn verlossing! Die dag, ja het heden waarin u de stem van God hoort, is voor u het bewijs dat God alléén waarachtig is. Dat Hij de verkondiging van de vergeving van uw zonden niet aan voorwaarden verbindt. Maar dat Hij, zónder naar een offer van uw hand om te zien, u verkondigt dat door Jezus Christus de vergeving der zonde verworven is. Wat is u nu nodig, o mens, om u van die weldaad te verzekeren? God heeft het Zijne gedaan! Hij is om de onveranderlijkheid van Zijn raad te bevestigen met een eed daartussen gekomen en heeft gezegd: „Waarlijk, zegenende zal Ik u zegenen!” Dat wil toch zoveel zeggen als: „Terwijl Ik al de zegeningen tot uw eeuwige gelukzaligheid in Mijn vrederaad vastgesteld heb, zal Ik voortgaan om u die zegeningen met een daad te bevestigen. Ik geef Mijn enige geliefde Zoon over in uw plaats, om aan Hem het strenge recht der wet uit te voeren, opdat zo door Hem het recht van de wet ook in u vervuld zij.” Ik bevestig dat met een sterke eed!
M. Luther (1483-1546)
(”Werken”, 1828)