Van der Steur had vragen gesteld naar aanleiding van een beslissing van de rechtbank in Den Haag om een man niet te vervolgen die dacht een 13-jarige aan de haak te slaan, maar in werkelijkheid contact had met de politie. Een bewezenverklaring zou er niet inzitten, overwoog de rechtbank.

De minister wil een zo effectief mogelijke aanpak van de jacht van pedofielen op minderjarigen, maar wacht de uitspraak in hoger beroep af om te bekijken of een wetswijziging nodig is.

Opstelten schreef dinsdag ook aan de Kamer dat de opsporing van mensen die (andere) misdrijven plegen via het internet beter moet. Hij wil meer opsporingsbevoegdheden op internet voor de politie en het Openbaar Ministerie.

De huidige bevoegdheden voor de bestrijding van cybercrime zijn niet meer van deze (digitale) tijd, en capaciteit en kennis schieten zo langzamerhand tekort. Het aantal ‘cybermisdrijven’ neemt intussen toe. Opstelten wil wel voorzichtigheid betrachten. Zo moet voor het op afstand binnendringen van een computer eerst toestemming worden gegeven door de rechter-commissaris. Het moet dan ook wel gaan om vermoedelijke misdrijven die aanleiding geven tot voorlopige hechtenis of gevangenisstraf van 4 jaar of meer.