Het plan valt onder de tweede fase van de modernisering van het 700 jaar oude House of Lords. In 1999 werden al zo’n 600 erfelijke leden het Hogerhuis uitgezet.

Premier Blair kondigde al voor zijn aantreden in 1997 aan dat hij af wilde van de erfelijke parlementszetels, volgens de Britse regeringsleider een archaïsch en ondemocratisch gebruik.

In de plannen van de regering wordt het aantal Hogerhuisleden teruggebracht tot 600. Als compensatie voor het afschaffen van het erfelijke lidmaatschap wordt er een commissie in het leven geroepen die de bevoegdheid krijgt nieuwe leden te benoemen. Twintig procent van de zetels in de nieuwe opzet wordt gereserveerd voor direct gekozen leden, 60 procent van de leden wordt door politieke partijen benoemd en 20 procent van de zetels wordt toegewezen door de nog op te richten commissie, waar alle politieke partijen en maatschappelijke geledingen in vertegenwoordigd zullen zijn.

Het House of Lords bestaat nu uit 702 leden, van wie de meesten zijn benoemd. Zesentwintig van hen zijn bisschop van de anglicaanse kerk. Ook de rechters van het hoogste Britse rechtsorgaan, de Law Lords, maken deel uit van de kamer.

De wijzigingsvoorstellen moeten nog aanvaard worden door beide kamers van het Britse parlement. Een groot deel van Conservatieve oppositie lijkt zich tegen de plannen van Blair te keren.