Commentaar: C van CDA moet niet verwateren
Het CDA moet minder kerkelijk en minder christelijk worden. Dat was kort samengevat de boodschap die de Bossche burgemeester Rombouts zaterdag bracht op het congres van het CDA in Rotterdam.
Rombouts kwam tot die conclusie op basis van zijn onderzoek naar de oorzaken van de verkiezingsnederlaag van 12 september. De C van de partij moet volgens hem minder geprononceerd worden uitgedragen. „We willen geen kleine getuigenispartij maar een brede volkspartij zijn.”
Om die ambitie waar te maken moet het CDA de Bijbel niet langer als grondslag voor zijn politiek handelen nemen, meent de burgemeester van ’s-Hertogenbosch. „Maar het Evangelie is wel het richtsnoer.” Met dat in het achterhoofd moeten volgens hem de oude uitgangspunten opnieuw geladen worden.
Op basis van de mate van kerkelijkheid van de Nederlandse bevolking is er best iets te zeggen voor de redenering van Rombouts. Niemand kan ontkennen dat de secularisatie in de achterliggende decennia een geestelijke kaalslag in ons land heeft bewerkt. Wanneer het CDA een brede volkspartij wil zijn, zal het dus water bij de wijn moeten doen.
Klemmende vraag is dan wel waardoor deze brede volkspartij zonder duidelijk christelijk karakter zich nog wil onderscheiden van de andere partijen. Vicefractievoorzitter Keijzer noemde als kenmerken het verdedigen van vrijheidsrechten en tolerantie. Anderen noemen het streven naar gemeenschap tussen groepen een belangrijke speerpunt. Maar die idealen hebben andere partijen ook.
Juist de C van de partij heeft in het verleden haar een eigen plaats in het politieke spectrum gegeven. Niemand kan ontkennen dat dit profiel ook zijn betekenis heeft gehad in de achterliggende decennia. Daarvoor behoeft men alleen maar te kijken naar de kabinetten waar het CDA wel en kabinetten waar het niet zat. Met alle kritiek die er op het handelen van de christendemocraten mogelijk is, moet zonder meer worden gezegd dat door hun politieke optreden verontrustende ontwikkelingen zijn afgeremd. Vaak had hun oproep tot matiging van al te progressieve voorstellen te maken met hun christelijke overtuiging. Die rem gaat er de komende regeringsperiode van VVD en PvdA van af.
In de C van het CDA liggen uiteindelijk het onderscheidende kenmerk en de kracht. Rombouts zegt dan dat hij niet begeert een kleine getuigenispartij te zijn. Maar daarmee vergeet hij wel dat een van de wortels van het CDA juist wel lag bij het getuigen in de politiek. Denk maar aan Groen van Prinsterer. Deze politicus uit de 19e eeuw was soms een eenling in de Kamer. Hij werd zelfs door Thorbecke, de toenmalige regeringsleider, meer dan eens buiten de orde geplaatst vanwege zijn getuigend optreden.
Ondanks tegenwerking en teleurstelling bleef Groen standvastig. Getuigen beschouwde hij als zijn missie. Overtuigen liet hij over aan God. „Er ligt ook thans in vrijmoedige belijdenis uwer overtuiging een vermogen, waarvan de werking alleen aan Hem, Die de wasdom geeft, bekend is.” Het CDA als getuigenispartij zou misschien wel eens meer toekomst kunnen hebben dan als partij met een verwaterde C.