De wethouders en burgemeester verschilden al lange tijd van mening over de manier van besturen van de gemeente. Dat leidde uiteindelijk tot een onwerkbare situatie.

De wethouders kregen 2 weken geleden een motie van wantrouwen aan hun broek, maar weigerden op te stappen en verzochten de gemeenteraad om het besluit te heroverwegen. De raad liet echter blijken de ontslagprocedure gewoon in gang te zetten, waarop het duo alsnog besloot de eer aan zichzelf te houden.

Prins (PvdA) en Monteban (die na de recente motie van wantrouwen zijn VVD-lidmaatschap beëindigde) konden al lange tijd niet meer door één deur met burgemeester Astrid Nienhuis. De gemeenteraad besloot half september het vertrouwen in Nienhuis op te zeggen, die daarop voorlopig haar functie neerlegde. Toen de raad enkele weken later stemde over de ontslagaanvraag voor Nienhuis, sprak een meerderheid zich plotseling alsnog uit voor het vertrek van de wethouders. Daarmee boden ze de burgemeester de mogelijkheid terug te keren.

De verontwaardigde wethouders dienden maandag „met pijn in hun hart” hun ontslag in, zo laten ze in een persverklaring weten. Ze melden bovendien dat ze niet inzien dat hun ontslag in het belang van Landsmeer is. „De politieke realiteit is echter niet anders en laat ons geen andere keuze.”

De wethouders dragen hun taken over aan waarnemend burgemeester Peter Tange, die minimaal tot januari actief blijft. Het is nog niet bekend of Nienhuis eventueel bereid is terug te keren als burgemeester van het Noord-Hollandse Landsmeer.