Pensioenpremies PGGM fors hoger
PGGM verhoogt de pensioenpremie voor de ruim 1 miljoen werkenden in de zorg- en de welzijnssector de komende drie jaar tot boven het niveau van de kostprijs. De premie stijgt van 10,3 procent nu tot 17,5 procent in 2006. De hogere premies heeft het pensioenfonds nodig om extra buffers aan te leggen.
Dat is een van de hoofdlijnen uit het herstelplan, dat is goedgekeurd door de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK). De toezichthouder geeft PGGM acht jaar de tijd om een dekkingsgraad van 120 procent te bereiken. Eind vorig jaar lag de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen precies op 100 procent. Nu is dat 106 procent, aldus directievoorzitter Dick de Beus donderdag.
Om forse koersdalingen op de effectenbeurzen op te vangen, heeft de PVK bijna een jaar geleden aanvullende eisen aan pensioenfondsen gesteld. Die zijn afhankelijk van de mate waarin een fonds in aandelen belegt. Talloze fondsen zijn door de sluipende beurskrach in financiële problemen geraakt. PGGM belegt gemiddeld 45 procent van zijn vermogen in aandelen.
De premieverhoging tot boven de kostprijs brengt de komende jaren bij PGGM honderden miljoenen extra binnen. Dit jaar liggen de premie-inkomsten op 2,1 miljard euro. In 2006 is dat 3,1 miljard euro. De Beus verwacht dat de premie niet snel zal worden verlaagd.
Daarnaast moet de mate van indexering, waarbij de pensioenuitkeringen worden verhoogd met de loonstijging in de sector, bijdragen aan de versterking van de financiële positie van PGGM, zo staat in het herstelplan. PGGM, dat sinds 1996 altijd volledig heeft geïndexeerd, zet echter een punt achter het welvaartsvastpensioen.
Om de tijd te nemen het een en ander aan de 150.000 gepensioneerden uit te leggen, indexeert PGGM in 2004 nog volledig. „Dat vinden we na 33 jaar wel zo netjes”, aldus De Beus. Als de dekkingsgraad op 120 procent zit, volgt een inhaalmanoeuvre met indexeren.
Het kostprijsniveau dat PGGM eerder dit jaar had voorzien, blijkt nu hoger te liggen. Bij de publicatie van het jaarverslag noemde het fonds 13 procent van het salaris, maar in het herstelplan is een cijfer tussen 15,5 en 16 procent aangegeven. Dat niveau hanteert het fonds in 2005. Vanaf 2006 vraagt PGGM een premie van 17,5 procent. Volgend jaar gaat de premie omhoog naar 13 procent van 10,3 procent nu.
Het kostprijsniveau is inclusief een opslag voor de aanvulling van de financiële reserves. Dat De Beus daar straks nog boven gaat zitten, is om meer zekerheid te kweken voor indexering van de pensioenen. Doorgaans betalen de werknemers in de zorgsector 60 procent van de pensioenpremie en de werkgevers 40 procent.
Verder voert PGGM volgend jaar het middelloonstelsel versneld in. Aanvankelijk zou dat pas in 2006 gebeuren, maar ook het middelloon kan bijdragen aan de extra buffervorming. Aan het eind van het tweede kwartaal had PGGM een vermogen van 48,3 miljard euro.