De Voedselbank: helaas de snelst groeiende bank van Nederland
De voedselbank bestaat tien jaar. Dat valt moeilijk een feestelijke mijlpaal te noemen. De vele klanten die de afgelopen jaren het uitbreidende aantal afhaalpunten bezochten, deden dat bepaald niet vanwege hun zweetvoeten. Niels de Jong gaf hun een stem – in een boek vol schrijnende verhalen.
Mathilde is een pittige dertiger, van wie je, als je haar zou tegenkomen, beslist niet zou denken dat ze wekelijks een kratje levensmiddelen ophaalt bij de voedselbank. Ze schaamt zich ervoor en bijna niemand weet het. De problemen begonnen klein en groeiden haar totaal boven het hoofd.
Op zeker moment raakte Mathilde haar baan in de zorg kwijt. Uit trots liet ze na een WW-uitkering aan te vragen. „Ik dacht wel weer snel een baan te vinden. Dat was namelijk eerder ook zo gegaan. Maar ik had niet in de gaten dat ik dit keer ook depressief was geworden.”
En dus belandde ze op de bank, een beetje somber, een beetje lui. Ze had niet het vermogen haar situatie goed in te schatten en na een tijdje begonnen de financiële problemen. „Ik vond het stom van mezelf dat het me maar niet lukte om alles op orde te houden.” Toen ze bericht kreeg dat ze haar huis binnen een week moest verlaten, kreeg ze in de gaten dat er iets niet helemaal goed ging. Met hulp van maatschappelijk werk regelde ze eindelijk een uitkering. „Ik heb in totaal zo’n twee jaar zonder inkomen geleefd”, zegt ze. Die situatie is ze niet zomaar weer te boven. Al een jaar moet ze rondkomen van het luttele bedrag van 80 euro per maand. De voedselpakketten zijn bittere noodzaak.
Eneco
Zoals voor de meeste voedselbankklanten geldt, begonnen bij Mathilde de problemen klein en groeiden ze door een ongelukkige samenloop van omstandigheden, door onwetendheid en onvermogen uit tot grote zorgen. Ontslagen, echtscheidingen, onvermurwbare incassobureaus, angst voor de brievenbus, veel, héél veel akkefietjes met Eneco, kinderen die „niet in de planning lagen”, treurige jeugdtrauma’s: ze vormen de rode draad door het boek vol levensverhalen dat Niels de Jong, predikant van de Rotterdamse hervormde gemeente De Samaritaan, schreef ter ere van het tienjarig bestaan van de voedselbank. ”10 jaar voedselbank. Iedereen aan tafel!” heet het, en het is vandaag verschenen. De kerk van De Jong aan het Lisplein fungeert wekelijks als afhaalpunt. De Jong interviewde zestien bezoekers van dat afhaalpunt en hun verhalen zijn te beschouwen als een dwarsdoorsnede van het klantenbestand van de voedselbank.
De Jong voelt zich betrokken bij de bezoekers, juist omdat hij het zelf zo goed heeft en had. „Ik kon goed mee op school, ik was gezond, heb veel gesport en had altijd genoeg vrienden. En ook in mijn volwassen leven heb ik geen klagen. Ik heb een leuke vrouw, kinderen, familie, vrienden, werk en een goede gezondheid. Alles zit mee, denk ik wel eens. Misschien dat ik daarom de mensen van de voedselbank en hun levensverhalen zo confronterend vond. Het is alsof ze altijd tegenwind hebben gehad.”
Toch bevat het boek ook het verhaal van Gerrit, die behoorlijk succesvol was en maar weinig verschilde van De Jong. Hij runde een goedlopende bv in de juridische sector, met vijftien man personeel. In 2005 werd de concurrentie echter groot en belandde hij in een echtscheiding. „Op een gegeven moment zat ik aan 10.000 euro per maand aan uitgaven voor alimentatie, advocaatkosten, levensonderhoud en financiële verplichtingen.” Een jaar lang maakte Gerrit gebruik van de pakketten van de voedselbank, inmiddels gaat het weer wat beter met zijn bedrijf.
De verhalen tonen aan dat het te simpel is om te zeggen: de voedselbankklant is dom, kan niet met geld omgaan en wil niet werken. Zo eenvoudig ligt het niet. „De mensen in dit boek zijn niet zielig. Ze zitten niet te wachten op slachtofferhulp. Het gaat hun veeleer om recht, herstel en begrip.”
Volkswagenbus
Met het boek eert De Jong tevens het echtpaar Sjaak en Clara Sies, de rasechte Rotterdammers bij wie het allemaal begon in 2002. De eerste voedselpakketten stelden ze samen in hun achtertuin. Sjaak bezorgde ze zelf met zijn oude Volkswagenbus. Ooit behoorden ook zij tot de doelgroep. Clara: „We hebben zelf tot over onze oren in de schulden gezeten.” Hun winkel ging op de fles en Clara werd afgekeurd vanwege een nekhernia.
Na vijf jaar saneren waren ze in 1991 uit de schulden, maar aan de slag kwamen ze niet meer, vanwege hun leeftijd. Het stel ontving een uitkering, maar vond dat het daarvoor wat terug moest doen voor de maatschappij. Het andere motief was dat ze hun christen-zijn handen en voeten wilden geven. „We voelden ons door God ook deze richting op gestuurd. Hij bracht mensen op ons pad en we wisten dat dit goed was”, aldus het echtpaar in het boek.
De rest is geschiedenis. Inmiddels telt Nederland 135 lokale voedselbanken, waar samen 5000 vrijwilligers werken. Wekelijks maken 30.000 tot 35.000 gezinnen gebruik van de voedselpakketten. Vooral de laatste drie jaar neemt hun aantal sterk toe: op dit moment is sprake van een groei van 10 tot 15 procent per maand.
De voedselbank is op dit moment, ironisch genoeg, de snelst groeiende bank van Nederland.
180 euro
Wanneer is iemand arm? Huishoudens komen in aanmerking voor eten van de voedselbank als er aan leefgeld per maand minder overblijft dan 180 euro voor één volwassene, plus 60 euro voor elke extra volwassene, plus 50 euro per kind. Leefgeld is het bedrag dat overblijft na aftrek van de vaste lasten (huur, gas, water, licht, verzekeringen en afbetalingsregelingen).