Consument

Bles is een zeer sociaal konijn

Bles is een bedaarde Franse hangoor. Nu wel. Toen hij nog jong was, croste hij tussen annabellen door en klom hij de trap op. Klein verslag van het leven met een konijn in en om het huis.

Jolanda Driesse
26 October 2012 13:11Gewijzigd op 14 November 2020 23:56
Bles. Foto Wim van Vossen
Bles. Foto Wim van Vossen

Piepjong was Bles niet meer toen hij bijna zes jaar geleden bij ons kwam; hij was al een flink aantal weken te koop bij de dierenwinkel. Al zijn winkelvrienden vlogen over de toonbank en vertrokken met hun kersverse baasjes naar nieuwe, frisse onderkomens. Zo niet deze zwart-witte lobbes. De reden was dat hij een schoonheidsfoutje had: er zat een gaatje in zijn grote zwarte flaporen. Hij was gebeten door een cavia die hem als ligkussen had gebruikt. Dat tekent het goedmoedige karakter van de Franse hangoor Bles. „Och ouwe lobbes, nou heb je toch nog een thuis gekregen”, verzuchtte de verkoopster in de dierenwinkel. Ze had de hoop op verkoop al een beetje opgegeven, maar dan had ze toch echt buiten de vasthoudendheid van onze jongste dochter gerekend. Een paar keer per week moest er na schooltijd gekeken worden „of het konijn er nog zat.”

Nadat ons vorige konijn was doodgegaan aan een zielige ziekte waren we een beetje huiverig geworden voor de aanschaf van een ander huisdier. Na een week of zes hoopvolle blikken van het jongste gezinslid gingen we overstag. Bles –zo genoemd vanwege de hagelwitte tekening op zijn voorhoofd– ging in een kartonnen doosje mee naar huis.

Daar stak hij nieuwsgierig zijn kopje uit zijn reisverpakking. Die eigenschap is nooit meer overgegaan. Zijn ontdekkingsdrang en vindingrijkheid kenden geen grenzen. Hij glipte door kleine gaatjes en deuren met een snelheid die je niet zou verwachten van een konijn van deze omvang – een Franse hangoor weegt algauw zo’n 6 kilo. Regelmatig beklom hij blijmoedig de trap naar boven. Afdalen was een ander verhaal, dat durfde hij eigenlijk niet, maar daar maakte hij zich van tevoren nooit zorgen over. Dochter behoedde hem voor een vrije val door de treden te plaveien met dikke jassen en donzige sjaals.

In de woonkamer nam hij op een groot woonkussen plaats om zich als een vorst door de op dat moment aanwezige kinderen over de houten vloer te laten schuiven. Prachtig vond hij het. Hoe harder hoe beter. Als hij er genoeg van had sprong hij er bij de ”halte kamerdeur” van af.

Staand op zijn achterpoten wierp hij vanuit de gang smartelijke blikken door de glazen ruitjes van de kamerdeur als zijn aanwezigheid binnen niet gewenst was.

Zeer toegewijd was hij aan zijn vaste dagritme. Na zijn ontbijt posteerde hij zich –weer of geen weer– voor de achterdeur om naar buiten gelaten te worden. ’s Avonds kwam hij afgedraaid van een hele dag afwisselend slapen en de tuin bewerken weer binnen. Zijn klussen bestonden in de zomer vooral uit het doorkruisen van een doolhof van annabellen en het in fluks tempo verorberen van op de grond gevallen pruimen. Vasthoudend bleef hij nog dagen na de pruimenoogst bij de boom zitten, wachtend op een vergeten exemplaar. Het enige wat hem overdag naar binnen deed snellen waren signalen die duidden op koffiezetten of koken. Het geluid van de keukenkastjes deed hem watertanden; dan dacht hij vast aan een stukje oud brood of een appelklokhuis. Oppassen moest je dan om niet op deze geruisloos naar binnen huppende huisgenoot te gaan staan. Net terug van de bakker en even de boodschappentas op de grond zetten? Geen goed idee: uit elk halfje brood én de ontbijtkoek had hij een smakelijk hapje genomen.

Grote verwarring trad op bij een verhuizing waarvoor hij uren moest rijden in de auto. Zes weken wilde hij niet uit zijn hok komen, ondanks de meest exquise hapjes die hem werden aangeboden. Hij vertrouwde het voor geen cent en besloot daar dan ook naar te handelen. Wel ontdekte hij een nieuw trucje in het andere huis. Door ’s morgens telkens hongerig op en neer te springen bij ieder die voor het eerst die dag langs zijn hok liep lukte het hem om een extra ontbijt te scoren. Dit feit veroorzaakte een mollige Bles, die inmiddels onder het regime van afgepast voer in een maatbeker staat.

Bles is nog steeds een heel sociaal konijn. Hij voelt het als zijn huisgenoten blij zijn of een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Een kind met een kapotte knie hupte hij vroeger bedaard tegemoet, waarna hij de pechvogel zachte duwtjes met zijn neus gaf, zo van ”stil maar, ik help je wel”. Mocht het lijdend voorwerp op de bank zitten, dan sprong hij erbij om te laten weten dat hij het begreep.

Inmiddels is hij bedaard geworden. „Een beetje bejaard zelfs”, aldus de dierenarts. Hij loopt af en toe nog graag een rondje en verschalkt zo nu en dan een paardenbloem. Maar vooral geniet hij van zijn welverdiende rust als konijn op leeftijd.

Dit is het laatste deel in een drieluik over populaire huisdieren.


Feiten en cijfers

In 2010 werden er in Nederland 940.000 konijnen als huisdier geregistreerd. Er is een afname te zien van het aantal konijnen in Nederland, in 2006 waren er nog 980.000. Overigens daalde in 2010 in de categorie gezelschapsdieren het aantal zang- en siervogels het sterkst ten opzichte van 2006: een afname van 41 procent (van 3,4 naar 2 miljoen exemplaren).

Het gemiddelde aantal konijnen per huishouden met een huisdier is gestegen van 1,6 in 2006 naar 2,0 in 2010.

Eind 2006 verscheen het rapport ”Dierengedownload” over de handel in en aanbod van gezelschapsdieren via internet. Hieruit bleek dat een kwart van alle honden via internet wordt verhandeld, tegen 7 procent van het totale aanbod konijnen.

De aanschafprijs voor een konijn varieert van gemiddeld 15 euro tot 80 euro voor een raskonijn. In Nederland zijn in totaal ongeveer 130 opvangcentra voor knaagdieren en konijnen.

Gemiddeld geeft een Nederlands gezin 270 euro per jaar uit aan voeding en verzorging van gezelschapsdieren. In totaal wordt er jaarlijks minimaal 2,12 miljard euro aan de aanschaf en verzorging van gezelschapsdieren besteed. Hierin is ook de premie van een ziektekostenverzekering voor gezelschapsdieren opgenomen. Behalve honden en katten (ongeveer 4 procent) worden ook kleine aantallen konijnen en papegaaien verzekerd tegen ziektekosten.

Bron: Feiten en cijfers gezelschapsdierensector 2011


Tips

  • Denk goed na voor de aanschaf van een konijn. Wie kan er op het dier passen als je zelf afwezig bent?

  • Geef het konijn veel aandacht. Konijnen zijn sociale dieren die het van oorsprong gewend zijn om in een groep te leven. Het liefst heeft een konijn een soortgenootje om zich heen.

  • Overvoer het konijn niet. Het hoofdbestanddeel van de voeding moet uit hooi bestaan. Zorg altijd voor vers water.

  • Een groot konijn, zoals een Franse hangoor, vindt het meestal niet fijn om opgepakt te worden. Natuurlijk houdt hij wel van een knuffel op de grond.

  • Er zijn speciale entspreekuren bij dierenartsen waarop het dier ingeënt kan worden tegen de meest voorkomende besmettelijke konijnenziekten.

  • Geef het konijn iets te spelen en te knagen in zijn kooi. Dit voorkomt verveling en te lange tanden. Laat hem geregeld uit de kooi zodat hij los kan lopen.

  • Kijk uit met snoeren en draden als het konijn los loopt. Het knaagt graag!

  • Pas op met warmte. Een konijn kan slecht tegen hitte. Zorg voor schaduw en vers water.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer