Binnenland

Tijd voor echt onderzoek ondervoeding

DEN HAAG – De Tweede Kamer debatteerde gisteren over ondervoede ouderen. Wat weten we van de problematiek? Zes vragen.

26 October 2012 10:49Gewijzigd op 14 November 2020 23:56
Foto ANP
Foto ANP

Hoeveel ouderen in Nederland zijn er ondervoed?

Volgens de jongste gegevens, die dateren van 11 oktober, gaat het om 22 procent van de ouderen die zijn opgenomen in algemene ziekenhuizen en om 17 procent van alle ouderen in instellingen voor ouderenzorg. Deze cijfers zijn afkomstig uit de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen; een jaarlijks terugkerende meting van diverse zorgproblemen in Nederland die sinds vijftien jaar wordt uitgevoerd door de Universiteit Maastricht.

De onderzoekers constateren verder dat het percentage ondervoede ouderen sinds 2004 flink is gedaald; van 29 naar 22 procent in algemene ziekenhuizen en van 31 naar 17 procent in de ouderenzorg.

Hoe hard zijn deze gegevens?

De uitkomsten zijn sterk afhankelijk van de gehanteerde definitie. Zo is er naast het Maastrichtse onderzoek ook het Amsterdamse LASA-onderzoek (Longitudinal Aging Study Amsterdam), dat bijvoorbeeld in 2004 constateerde dat 18 procent van de ouderen in ziekenhuizen ondervoed was in plaats van 33. Van het aantal zelfstandig wonende ouderen zonder thuiszorg was volgens dit onderzoek 7 procent ondervoed.

Hoe is ondervoeding in het Maastrichtse onderzoek gedefinieerd?

Van ondervoeding is volgens deze onderzoekers ofwel sprake wanneer iemands zogenaamde body mass index (het lichaamsgewicht, gedeeld door het kwadraat van de lichaamslengte) onder de 20 ligt, er ofwel sprake is van ten minste 3 kilo gewichtsverlies in de afgelopen maand of 6 kilo in het afgelopen jaar, of wanneer een persoon drie dagen niet of nauwelijks heeft gegeten, dan wel meer dan een week minder dan normaal.

Is er, uitgaande van de voorzichtigste schattingen, reden tot zorg?

Eigenlijk is dat heel lastig te zeggen, zo blijkt uit een rapport van de Gezondheidsraad uit 2011 dat diverse partijen gisteren tijdens het Kamerdebat aanhaalden. Met name het feit dat de relatie tussen ondervoed zijn en een verhoogd sterfterisico lopen nog bij lange na niet vaststaat, is daaraan debet. Met andere woorden; iemand kan langdurig ondervoed zijn zonder daaraan te overlijden en andersom. Overlijdt een patiënt die ernstig ziek én ondervoed is, dan is met de huidige kennis nauwelijks aan te geven wat het aandeel is van de factor ondervoeding in de doodsoorzaak.

Heeft de overheid de afgelopen jaren iets rond ondervoeding gedaan?

Nou en of. Het ministerie van VWS heeft vele miljoenen uitgetrokken voor het ontwikkelen van, zoals minister Schippers het gisteren noemde, „screeningsinstrumenten, behandelprotocollen, indicatoren en opleidingsmodulen.” In de praktijk betekent dit dat zowel in bejaardeninstellingen als in ziekenhuizen binnenkomende patiënten sinds enige jaren op ondervoeding worden gecontroleerd. Wordt vastgesteld dat daar sprake van is, dan volgt een dieet met extra eiwit en energie.

Zegt het rapport van de Gezondheidsraad iets over het nut daarvan?

Jazeker, en dat is misschien wel het fascinerendste. Van vrijwel geen van de gehanteerde screeningsmethoden is ondubbelzinnig vastgesteld dat ze wetenschappelijk verantwoord zijn. Van vrijwel geen van de toegepaste dieetprogramma’s is op een wetenschappelijk verantwoorde manier vastgesteld dat ze effectief zijn. Al met al valt eigenlijk niet eens eenduidig te onderbouwen of het behandelen van ondervoeding medisch gezien zinvol is. Zodoende mondt het Gezondheidsraadrapport uit in de aanbeveling: Laten wetenschappers nu eindelijk serieus werk maken van onderzoek naar ondervoeding.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer